Flexibiliteit, paniek, geheugen, racisme en Type D.
- Marcel Doornbosch
- 25 aug 2020
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 jan 2021
In het tijdschrift Psychological Assessment staat een artikel over flexibiliteit: Understanding Psychological Flexibility: A Multimethod Exploration of Pursuing Valued Goals Despite the Presence of Distress (1). Psychologische Flexibiliteit (PF) wordt gezien als het vermogen om je doelen te blijven nastreven ook al zit het tegen. De auteurs presenteren een nieuwe vragenlijst om PF te meten: de Personalized Psychological Flexibility Index (PPFI). Deze lijst heeft drie schalen: Vermijden (bijvoorbeeld: ‘Ik vermijd de moeilijkste taken’), Accepteren (bijvoorbeeld: ‘Ik accepteer tegenslagen als ik mijn doel nastreef’) en Benutten (bijvoorbeeld: ‘Als ik obstakels tegenkom geeft frustratie me energie’). Aan mensen werd gevraagd een dag (gisteren) te reconstrueren en betekenisvolle episodes te kiezen en aan te geven welke doelen ze in het leven nastreven. Ook werden ze ondervraagd over stressvolle levensgebeurtenissen. Uit het onderzoek bleek dat mensen met een grotere psychologische flexibiliteit beter zijn in het nastreven van persoonlijke doelen. Zowel in het dagelijks leven als meer algemeen. Vooral Benutten bleek van belang.
In het artikel Avoidance Moderates Cognitive Behavioral Therapy for Panic Disorder and Agoraphobia (2) wordt een onderzoek naar gedragstherapie bij paniek en agorafobie beschreven. Mensen met een paniekstoornis zijn bang, bijvoorbeeld voor een hartaanval, en vermijden daarom plaatsen waar ze moeilijk weg kunnen mochten ze een paniekaanval krijgen. Meer dan de helft van de mensen met deze diagnoses knapt niet op na gedragstherapie. In The Journal of Nervous and Mental Disease beschrijven de auteurs hoe 77 mensen met paniek en agorafobie gedragstherapie kregen met of zonder exposure in vivo. Ervoor kregen ze drie interoceptieve (dat wil zeggen gericht op enge sensaties) taken: hyperventileren, ronddraaien en door een rietje ademen. Bovendien werden ze tien minuten in een panic booth opgesloten. Degenen die deze taken het moeilijkst vonden hadden meer aan alleen gedragstherapie (zonder exposure in vivo), waarschijnlijk omdat er dan meer aandacht wordt geschonken aan de vermijding van enge sensaties.
In de Journal of Experimental Psychology: Human Perception and Performance staat dat het langetermijngeheugen net zo betrouwbaar is als het werkgeheugen. De auteurs van het artikel Is Working Memory Inherently More “Precise” Than Long-Term Memory? Extremely High Fidelity Visual Long-Term Memories for Frequently Encountered Objects (3) noemen de precisie van kleurherinneringen indrukwekkend. Proefpersonen moesten de kleuren van objecten onthouden in het werkgeheugen (1 seconde) of in het langetermijngeheugen (het herhalingen). Ook werd gevraagd naar de exacte kleur van een bekend logo, bijvoorbeeld Airbnb. De herinnering aan een kleur die je lang geleden gezien hebt kan net zo precies zijn als de herinnering aan een kleur die je 1 seconde geleden zag. Uit de experimenten met logos blijkt dat zelfs oude herinneringen heel precies kunnen zijn.
Objecten uit het experiment
Het tijdschrift Developmental Psychology besteedt aandacht aan racisme. In het artikel Race-Related Stress, Racial Identity, and Activism Among Young Black Men: A Person-Centered Approach (4) beschrijven de auteurs een onderzoek onder 286 Zwarte (zoals zij zichzelf omschrijven) jongeren en jongvolwassenen van veertien tot 29 jaar oud. Zij kregen vragenlijsten over activisme (bijvoorbeeld of ze een t-shirt met een politieke boodschap zouden dragen), ras-gerelateerde stress (bijvoorbeeld over het risico om racisme te ervaren) en identiteit (bijvoorbeeld 'ben je blij om Zwart te zijn'). Er lijkt een samenhang te zijn tussen identiteit, racisme en de bereidheid om in actie te komen tegen racisme.
Overal ter wereld zijn hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak. Een van de risicofactoren is sociale isolatie. In het tijdschrift Health Psychology staat een onderzoek naar de invloed van persoonlijkheid op sociaal gedrag. Het artikel Type D Personality and Global Positioning System Tracked Social Behavior in Patients With Cardiovascular Disease (5) beschrijft het DO CHANGE onderzoek onder hartpatiënten in Spanje en in Nederland. Ze vulden een persoonlijkheidsvragenlijst in. En ze kregen een Fitbit om ecologische data te verzamelen: hoeveel ze bewogen en ook waar ze heen gingen. Type D mensen (negatief en teruggetrokken) bleken zich minder vaak in sociale situaties te begeven (de Spanjaarden wel meer dan de Nederlanders). De hypothese dat Type D mensen ook minder bewegen werd niet bevestigd.
Verwijzingen
Comments