Nee is oké, assertiviteitstraining

Grenzen stellen

Als je je grenzen wil aangeven is het niet alleen belangrijk wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. Je houding, gezichtsuitdrukking en stem zijn samen non-verbaal gedrag.

Het gaat er bij je grenzen aangeven niet alleen om wat je niet wil, het is ook belangrijk je behoeften of wensen uit te spreken. Voorbeelden van situaties waarin je je grenzen kan aangeven zijn:

• iemand geeft je een stom cadeau waar je wat van zegt

• in een restaurant vraag je om een glas kraanwater

• je zegt een afspraak met iemand af (omdat je er geen zin in hebt)

Onderhandelen

Bij onderhandelen ga je uit van een gezamenlijk belang maar verschillende ideeën daarover: je wil bijvoorbeeld samen uit maar moet nog onderhandelen over of het de bioscoop of een concert wordt.

Je kan ook in een winkel onderhandelen over de prijs of op je werk om meer salaris vragen. Thuis kan je met je huisgenoten onderhandelen over de taakverdeling.

Kritiek geven

Als je last hebt van iemands hinderlijke gedrag is het handig niet met 'jij' te beginnen maar het bij je zelf te houden door de 'Ik-boodschap':

Voorbeelden van hinderlijk gedrag zijn:

• te laat komen

• iets kapot maken

• overlast veroorzaken

• iemand kwetsen

Sorry zeggen

Als je zelf iemand hebt benadeeld en je krijgt terecht kritiek dan zijn excuses gepast. Hierbij is het belangrijk voldoende ruimte te geven aan de ander om hun emoties te uiten.

As het niet lukt om de ander te kalmeren omdat die maar boos of verdrietig blijft maak dan een einde aan het gesprek. Bijvoorbeeld door te zeggen: 'ik heb nu al 3 keer sorry gezegd maar blijkbaar heeft dat geen zin'.

Nee zeggen

Mensen die moeite hebben met weigeren van verzoeken of voorstellen voelen zich vaak schuldig, bezwaard of verantwoordelijk. Uiteindelijk mag je natuurlijk zelf beslissen waar je wel en niet op ingaat.

Als de ander je onder druk zet maak dan een einde aan het gesprek door te zeggen: ‘ik vind het niet fijn dat je me onder druk zet terwijl ik duidelijk zeg dat ik het niet wil’.