top of page
Zoeken

ACE, meditatie, verzamelen, wijn, poseren en huidskleur

  • Foto van schrijver: Marcel Doornbosch
    Marcel Doornbosch
  • 29 nov 2020
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 28 jan 2021

Mensen die in hun jeugd nare ervaringen (ACE: adverse childhood events) hadden, zoals mishandeling, hebben een groter risico op depressie en ontstekingen. In Brain, Behavior, and Immunity staat een artikel over een langdurig Engels onderzoek: de English Longitudinal Study of Ageing (ELSA) met meer dan 12000 oudere deelnemers. Het artikel Adverse childhood experiences and depressive symptoms in later life: Longitudinal mediation effects of inflammation (1) beschrijft een deelonderzoek naar depressie, ontstekingen en ACE’s bij 4382 deelnemers. Eerst werd het Life History interview afgenomen met daarin vragen over ACE’s, zoals sexueel misbruik, scheiding en adoptie. Vervolgens vulden de deelnemers een vragenlijst in over de band met hun ouders: het Parental Bonding Instrument. Ook werd er bloed afgenomen om CRP (een ontstekingsmaat) te meten. Tot slot vulden ze 8 jaar later een vragenlijst in over depressie: de Centre for Epidemiological Studies Depression scale. Volgens de onderzoekers wordt de relatie tussen ACE’s (vooral verlieservaringen) en depressie deels gemedieerd door CRP. Ernstige en chronische stress in de vroege jeugd heeft een negatief effect op de ontwikkeling van het immuunsysteem, waardoor er een chronisch verhoogde ontstekingsreactie ontstaat. Hierdoor is het brein mogelijk kwetsbaarder voor depressie. Op hoge leeftijd (deze deelnemers waren gemiddeld 70 jaar oud) wordt deze invloed zelfs groter.

In Amerika mediteert 8% van de volwassen bevolking. In Acta Psychiatrica Scandinavica staat een artikel over mogelijke negatieve gevolgen (adverse events) van mediteren. De auteurs van Adverse events in meditation practices and meditation-based therapies: a systematic review (2) deden een systematische review. Zij vonden 83 artikelen over 6464 mediterende deelnemers in de jaren 1974-2019. De meeste onderzoeken gingen over mindfulness of transcendentale meditatie. Van de mediteerders maakten er 1102 een adverse event mee: angst, depressie, psychose/waan, traumatische herbelevingen en suïcidaliteit. Ook werden er lichamelijke klachten gerapporteerd zoals spanning, pijn en maag/darmklachten en werden er neuro-cognitieve problemen gemeld zoals geheugenverlies. De prevalentie van adverse events bij mediteren is 8,3%. Volgens de auteurs is het belangrijk te weten dat meditatie ook negatieve gevolgen kan hebben.


In Behavioural and Cognitive Psychotherapy staat een artikel over hoarding (verzamelstoornis). De auteurs van Exploring emotions and cognitions in hoarding: a Q-methodology analysis (3) deden onderzoek volgens de ‘Q-methodologie’. Eerst werd daarvoor een Q-set samengesteld: 49 uitspraken over de verzamelstoornis. Mensen met verzamelproblemen (n=41) sorteerden deze uitspraken in 7 categorieën waarbij iedere categorie een specifiek aantal uitspraken moest bevatten: zeer oneens (3), oneens (5), een beetje oneens (9), niet eens of oneens (15), een beetje eens (9), eens (5) en zeer eens (3). De verzamelproblemen werden vastgesteld door Clutter Image Rating (9 fotos van het huis van de deelnemers die op rommel werden beoordeeld), de Saving Inventory-revised (een vragenlijst over moeite met weggooien, dwangmatig verwerven en rommel) en de Hospital Anxiety and Depression Scale (een vragenlijst over angst en depressie). Volgens de onderzoekers zijn er 4 clusters van verzamelaars: 1 ‘Overweldigd’ (bijvoorbeeld: ‘als ik denk aan dingen weggooien voel ik spanning’); 2 ‘Bewust van gevolgen’ (bijvoorbeeld: ‘ik ben bang voor wat er gebeurt als iemand bij me thuis komt’); 3 ‘Object complexiteit’ (bijvoorbeeld: ‘ik voel me schuldig als ik iets weggooi’) en 4 ‘Object-affect fusie’ (bijvoorbeeld: ‘als ik iets weggooi voelt dat alsof ik een deel van mezelf weggooi’). Blijkbaar is er geen homogene groep verzamelaars maar spelen verschillende gedachten en emoties een rol. De eerste groep heeft moeite beslissingen te nemen, de tweede groep is bezorgd om de gevolgen maar niet om het verzamelen zelf, de derde groep denkt dat hun bezittingen erg nuttig zijn en de vierde groep is emotioneel gehecht aan hun spullen.


In Addiction staat een artikel over wijn, het meest gebruikte alcoholische drankje. De auteurs van Impact of bottle size on in-home consumption of wine: a randomized controlled cross-over trial (4) deden onderzoek naar de invloed van flesgrootte op consumptie. In 166 huishoudens dronken mensen 2 weken wijn uit 50 cl flessen en na een periode van ‘gewoon gedrag’ (waarin ze het restant op dronken) dronken ze 2 weken wijn uit flessen van 75 cl (of andersom). Van de flessen namen ze foto’s. Ze kregen £240 om wijn te kopen. In de 2 weken waarin de deelnemers wijn dronken uit 75 cl flessen werd er 172.7 ml meer geconsumeerd dan in de weken dat ze 50 cl flessen hadden. Er wordt 4,5% minder (en 5.8% langzamer) wijn gedronken uit kleine flessen. Volgens de auteurs heeft het zin meer kleine flessen te verkopen.


Op sociale media zijn likes geld waard (door reclame) en in Cyberpsychology, Behavior, And Social Networking staat dat van links genomen fotos meer likes genereren. Schilderijen en portretfotos vertonen ook een ‘posing bias’. De linkerwang (aangestuurd door de rechter hersenhelft) vertoont meer expressie dan de rechterwang. De auteurs van Instagram Advertisements Favor the Left Cheek (5) bekeken 2000 advertenties op Instagram (“#ad”) met foto’s van mannen en vrouwen die duidelijk lateraal afweken. Op Instagram heeft 59.8% van de modellen een linkerwang bias. Dat komt overeen met de poses op traditionele schilderijen maar wijkt af van foto’s in tijdschriften. De concurrentie op sociale media is groter, waardoor emotie belangrijker wordt om aandacht te trekken.


Sinds de slavernij genieten mensen met een lichtere huid privileges (‘colorism’). In Developmental Psychology staat dat dat gevolgen heeft voor het zelfbeeld van Afrikaanse Amerikanen. De auteurs van Longitudinal Relations Between Skin Tone and Self- Esteem in African American Girls (6) deden een onderzoek bij 124 meisjes. In het kader van het Youth Identity Project vulden zij vragenlijsten in op de basisschool, de middenschool en het voortgezet onderwijs. Zij vulden de Rosenberg Self-Esteem Inventory in (bijvoorbeeld: ik vind dat ik een aantal goede eigenschappen heb’). Ook werd hun huidskleur bepaald door 3 Afrikaans Amerikaanse vrouwen met behulp van foto’s van beroemdheden: licht (zoals Alicia Keys), medium (zoals Brandy) of donker (zoals Alek Wek).



Het zelfbeeld van meisjes met een lichte huid is positiever op de basisschool, maar aan het eind van het voortgezet onderwijs is het zelfbeeld van meisjes met een donkere huid gestegen tot hetzelfde niveau. Volgens de onderzoekers komt die stijging door een groter bewustzijn en een positievere houding (trots) ten opzichte van hun raciale identiteit. Ook speelde de verkiezing van Obama tijdens de dataverzameling (toen ze in grade 10-12 zaten) een rol.


Verwjzingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Hechting, Lachen

Al meer dan 50 jaar wordt de kwaliteit van de hechting tussen een kind en een verzorgende vastgesteld in de strange situation procedure...

 
 
 

留言


bottom of page