AUTISME, IMAGERY RESCRIPTING, HSP, LIEGEN
- Marcel Doornbosch
- 7 jun 2022
- 2 minuten om te lezen
De WHO heeft als doel gesteld om het bewustzijn van autisme wereldwijd te bevorderen. In Autism Research staat een review van epidemiologisch onderzoek naar de mondiale prevalentie van ASS. Er werden 71 onderzoeken in 34 landen gevonden (met tot wel 50 miljoen deelnemers). De diagnose werd gesteld volgens de DSM, ICD of CCMD (Chinese Classification of Mental Disorders). De gevonden mediane wereldwijde prevalentie was 65/10.000, een stijging ten opzichte van 10 jaar geleden. Jongens werden vaker gediagnosticeerd dan meisjes, maar de ratio varieerde heel sterk (van 0,8 tot 6,1). Gek genoeg betekent dit ‘vrouwelijk beschermende effect’ dat meisjes die wel de diagnose krijgen vaker een ernstiger beeld vertonen.
In Behavioural and Cognitive Psychotherapy staat een meta-analyse naar het effect van imagery rescripting (IR) bij sociale angststoornis. Er werden 10 onderzoeken gevonden, meestal met studenten of mensen die geen behandeling zochten. Het effect van IR is een verminderde levendigheid van herinneringen en minder ‘ingekapselde overtuigingen’ (een soort samenvatting van alle negatieve gedachten die iemand heeft). Volgens de auteurs is IR een krachtige interventie die los van andere interventies kan worden uitgevoerd. Dat de deelnemers niet echt contact hoefden te maken met anderen (exposure) vinden de auteurs geen bezwaar maar een voordeel, in Corona-tijd.
Sommige mensen zijn erg gevoelig voor licht, geluid, geur en sociale situaties. In Journal of Individual Differences staat een onderzoek met 560 mensen die zichzelf hooggevoelig (HSP) noemden. Uit dit vragenlijstonderzoek bleek dat deze gevoelige mensen hoog scoorden op neuroticisme (angst en depressie) en openheid (fantasie, esthetiek en emoties). Ze scoorden laag op extraversie (gezelligheid). Gevoeligheid is volgens de auteurs een aparte karaktertrek.
Kinderen leren veel van anderen, maar hele jonge kinderen laten zich ook makkelijk misleiden. Zij verwachten namelijk dat anderen betrouwbaar zijn. In Developmental Psychology staat een experiment met 80 Singaporese driejarigen die een ‘gemene en listige’ pop moesten misleiden tijdens een spelletje. Uit het onderzoek bleek dat de peuters die getraind waren in misleiding zelf ‘epistemisch waakzamer’ waren dan een controlegroep. Dat gold echter alleen voor een ‘noem’ taak en niet voor een ‘wijs’ taak; wijzen wordt door jonge kinderen eigenlijk altijd als waarheidsgetrouw gezien. Volgens de auteurs heeft het zin peuters te leren kritisch te denken door ze te leren liegen.
Comments