Beloning, eksters, neurofeedback, Tinder en wandelen
- Marcel Doornbosch
- 17 jan 2021
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 jan 2021
Als je depressief bent heb je nergens zin in. Volgens de reward-processing theorie komt dat omdat het beloningssysteem verstoord is. Het beloningsproces is niet eenvoudig. Het bestaat uit 6 fases: opties bedenken, de kosten afwegen, voorbereiden, actie ondernemen, van het resultaat genieten (of gefrustreerd raken als het mislukt) en gedrag aanpassen. In JAMA Psychiatry staat een meta-analyse van onderzoeken met mensen (depressief of gezond) die een taak moesten uitvoeren en daarvoor beloond werden. Het blijkt dat mensen met een depressie een zwakke reward-bias hebben. Reward-bias is de neiging te kiezen voor stimuli die vaker beloond worden. Ook het reinforcement-leren is verstoord: mensen met een depressie gebruiken feedback minder effectief om in de toekomst beloningen te krijgen. Tot slot is er bij mensen met een depressie ook sprake van een beperking in de optie-waardering, het proces waarbij de kosten van verschillende opties worden afgewogen. Mensen met een depressie willen bijvoorbeeld minder graag een weddenschap met een hoge winkans aangaan dan gezonde mensen. Ook moeheid lijkt een rol te spelen bij het maken van keuzes in de experimenten. Een belangrijke beperking is dat in de experimenten vaak geld als beloning werd gebruikt, maar dat inkomen in geen enkele studie als variabele werd meegenomen.
De meeste psychologische onderzoeken gaan over mensen, maar in Journal of Comparative Psychology staat een onderzoek over eksters. De vraag is of een ekster zichzelf kan herkennen in de spiegel, iets dat alleen mensen en een paar zoogdieren met grote hersenen kunnen en dat volgens de meeste onderzoekers een bewijs voor zelfbewustzijn is. Kraaiachtigen hebben allometrisch (in verhouding) grote hersenen. Acht wilde eksters (geslacht en leeftijd onbekend) deden mee aan een test waarbij ze gemarkeerd werden met een sticker onder hun snavel, die ze niet konden zien. Vervolgens werden ze voor een spiegel geplaatst. Het doel was om te observeren of de ekster gedrag vertoonde dat gericht was op de sticker die op hun lijf was geplakt. In een eerder onderzoek probeerden eksters de sticker voor de spiegel te verwijderen, maar dat werd in dit experiment niet gerepliceerd. Er is derhalve geen bewijs voor zelfherkenning van eksters in de spiegel. Geen van de betrokken dieren vertoonde tekenen van stress of overleed, gelukkig.
De etiologie van ADHD is onduidelijk maar medicatie lijkt goed te helpen. Voor wie geen medicatie wil, is er naast gedragstherapie ook neurofeedback. Een apparaat meet de hersenactiviteit en geeft een signaal als de metingen aan bepaalde criteria voldoen. Met de juiste feedback en herhaalde training kan iemand verandering in zijn of haar breinactiviteit teweeg brengen, wat weer tot gedragsverandering kan leiden. Neurofeedback wordt al 40 jaar ingezet. In Journal of Attention Disorders staat een review van 7 meta-analyses en ook een nieuwe meta-analyse van 16 RCT’s. Uit de review blijkt dat concentratieproblemen en hyperactiviteit volgens ouders (zogenaamde ‘niet blinde beoordelaars’) meer afnemen in de neurofeedback groep dan in de controlegroepen (kinderen die nep-neurofeedback kregen of op de wachtlijst stonden). Als studies ‘mogelijk blinde beoordelaars’ gebruiken (meestal leraren) dan is het effect niet duidelijk. De conclusie is wankel, want blinde observaties zijn betrouwbaarder. Uit de nieuwe meta-analyse blijkt dat medicatie beter werkt dan neurofeedback. Volgens de auteurs is neurofeedback wel een behandeloptie, maar een minder effectieve dan medicatie.
Online daten heeft ouderwetse hofmakerij grotendeels vervangen. Via Tinder zijn er inmiddels 20 miljard ‘matches‘ (het begin van een gesprek, als beiden rechts swipen) gemaakt. In Computers in Human Behavior wordt een experiment beschreven met 237 jonge heteroseksuele Tinder gebruikers die Witte, gemiddeld aantrekkelijke profielen beoordeelden. Ze kregen ook verschillende (door de onderzoekers bedachte) openingszinnen te zien. De deelnemers beantwoordden vragen over de veronderstelde positieve eigenschappen en de aantrekkelijkheid van de profielen, en of ze met de persoon van het profiel kort dan wel langdurig zouden willen daten. Voor mannen is aantrekkelijkheid de enige voorspeller van dating-intenties. Voor vrouwen zijn de veronderstelde positieve eigenschappen en openingszinnen met humor en complimenten significante voorspellers van dating-intenties. In de discussie van het artikel worden deze resultaten vanuit het ‘hyperpersoonlijke’ perspectief geïnterpreteerd. Dat betekent dat online daters op basis van beperkte informatie en communicatieve aanwijzingen grote generalisaties over de ander maken. Dat maakt hen kwetsbaar voor bedrog, zoals catfishing. De onderzoekers verbaasden zich erover dat hun grappig bedoelde openingszin niet als zodanig werd opgevat, ze hadden er blijkbaar nogal hun best op gedaan. De auteurs schrijven dat er voor niet-heteroseksuele mensen andere dating apps zijn. De verklaring voor het gebruik van uitsluitend Witte (‘Caucasian’) profielen, was dat Witte vrouwen een verminderde voorkeur voor minderheids-mannen zouden hebben…
In Health Psychology staat een onderzoek over wandelen. Voor sommige mensen betekent dat een gedragsverandering en daarvoor is volgens de psychologie een specifiek doel (bijvoorbeeld 10.000 stappen) belangrijk. Die theorie heeft een probleem, namelijk oversimplificatie (wat als het doel niet gehaald wordt?). In het kader van de Just Walk studie droegen 20 deelnemers met overgewicht een fitbit. Via een gekoppelde app kregen ze 80 dagen lang een dagelijks doel wat (random) varieerde van 1 tot 2,6 keer de eerder gemeten fysieke inspanning. Dus iemand die normaal 2000 stappen deed kreeg nu elke dag een ander doel, van 2000 (*1) tot 5200 (*2.6) stappen. Uit dit onderzoek bleek dat een hoger doel wel leidde tot meer fysieke activiteit maar dat het doel minder vaak gehaald werd. Voor sommige mensen geldt dat een te hoog doel tot demotivatie leidt, terwijl voor anderen het doel niet hoog genoeg is. Het verband tussen doel, activiteit en resultaat is lineair; dat betekent dat er geen drempel is, maar dat voor iedereen een persoonlijk, uitdagend maar haalbaar doel gesteld moet worden.
Comentários