Cognitive Bias Modification, hallucinaties, ontologische veiligheid
- Marcel Doornbosch
- 11 apr 2021
- 3 minuten om te lezen
Cognitive Bias Modification (CBM) is een psychologische interventie om vertekeningen in cognitieve processen, zoals aandacht en interpretatie, te veranderen. Door CBM leert iemand de aandacht meer op positieve of neutrale stimuli dan op negatieve stimuli te richten. Dit gebeurt door middel van software die de blik volgt of de reactietijd meet. Hieronder staat een voorbeeld, waarbij de opdracht was om wel naar de neutrale gezichten te kijken (of deze snel aan te klikken) en niet naar de walgende gezichten.

In Evidence-Based Mental Health staat een clinical review over toepassingen bij verschillende vormen van psychopathologie. Angstige mensen zijn erg gericht op dreigings-gerelateerde stimuli (zoals afkeurende blikken). Na CBM letten zij minder op negatieve informatie en zijn zij minder angstig. Depressieve mensen letten ook meer op negatieve dan positieve stimuli. Door CBM leren zij hun aandacht meer op positieve stimuli te richten. De toepasbaarheid bij PTSS, verslaving, eetstoornissen en OCD is minder duidelijk; dit komt door tegenstrijdige onderzoeksresultaten. De auteurs noemen CBM een veelbelovende ontwikkeling en benadrukken dat het geautomatiseerd, op afstand en tegen minimale kosten aangeboden kan worden. Er staat een app online.
Psychotische stoornissen zoals schizofrenie zijn moeilijk te bestuderen omdat hallucinaties subjectief zijn. Hallucinaties zijn onjuiste waarnemingen waarvan de patiƫnt overtuigd is dat ze echt zijn, dit wordt ook wel een vals alarm genoemd. Waarschijnlijk worden die onjuiste percepties (eigenlijk impressies) veroorzaakt door teveel dopamine in een deel van de hersenen. De auteurs van een artikel in Science ontwierpen een zeer creatief experiment om hallucinaties bij muizen te meten. De muizen hoorden ruis en af en toe een toon en werden getraind om met hun snuit aan te geven of ze een toon waarnamen. De juiste keuzes werden na enige tijd beloond. Die wachttijd was een maat voor hoe zeker de muizen waren over hun waarneming. Een vals alarm met een lange wachttijd werd gezien als een onjuiste waarneming: een soort hallucinatie. De muizen hoorden dan namelijk niks maar waren er wel zeker van dat ze wel iets waarnamen. Toen de onderzoekers de muizen ketamine gaven (een narcosemiddel waar mensen psychotisch van kunnen worden), nam het aantal valse alarmen toe. De onderzoekers konden ook de hoeveelheid dopamine in de hersenen verhogen via optogenetische stimulatie: genetisch veranderde (transgene) muizen scheiden na laserstimulatie via een optische vezel in het striatum meer dopamine af. Bij deze muizen nam het aantal valse alarmen ook toe. Na toediening van een antipsychoticum, dat de hoeveelheid dopamine reduceert, nam het aantal valse alarmen weer af. Hetzelfde experiment (tonen van ruis onderscheiden) werd met mensen gedaan. Bij hen werd een verband gevonden tussen gevoeligheid voor hallucinaties en het aantal valse alarmen. Het onderzoek draagt bij aan de kennis over de rol van dopamine bij hallucinaties. Bij mensen kan je ook experimenteren met ketamine en antipsychotica, maar optogenetische manipulatie gaat wellicht te ver.
In onzekere tijden kan de politieke stemming ineens omslaan. Zo werd er in ServiĆ« in 2017 hevig geprotesteerd tegen het open-deur beleid voor migranten, terwijl er daarvoor geen anti-migranten protesten waren. Een Special Issue van European Psychologist is gewijd aan politiek extremisme. De auteurs van een artikel over de migrantencrisis in ServiĆ« gebruiken het concept āontologische veiligheidā, dat de menselijke behoefte aan voorspelbaarheid van sociale orde (in relaties en routines) aanduidt. Ik denk dat het vooral betekent dat mensen willen dat alles bij het oude blijft. Voor het onderzoek naar dit concept maakten de auteurs gebruik van officiĆ«le rapporten en interviews. De auteurs stellen dat ontologische ónveiligheid kan ontstaan als voldoende individuen angstig worden en deze angst door positieve feedback dusdanig versterkt wordt dat het een omslagpunt bereikt. Deze argumentatie komt uit de complexiteitstheorie, die beschrijft hoe patronen in complexe systemen, zoals het internet of zwermen vogels, ontstaan door een hoeveelheid aan kleine veranderingen. De onderzoekers beschrijven een (onjuist) gerucht dat kinderen van vluchtelingen tijdens lessen op school zouden mogen bidden terwijl de Servische kinderen vanwege de migranten niet meer in het Cyrillisch zouden mogen schrijven. De inwoners werden hierdoor angstig dat hun manier van leven werd bedreigd en er volgden dan ook hevige protesten. De geruststellende berichten van de overheid bleken niet opgewassen tegen de vele dagelijkse interacties tussen burgers die elkaar aanstaken. De onderzoekers beschrijven meerdere protesten die het gevolg leken van heel veel kleine aanleidingen, zoals facebook berichten of fake news in de lokale media. Vervolgens werd het anti-migranten discours opgenomen in de landelijke media en zelfs in de politiek. Uiteindelijk werden de grenzen gesloten en migranten gedetineerd, terwijl daarvoor de grens open was, de migranten vrij door het land mochten reizen en zelfs op school werden toegelaten. Volgens de auteurs worden uitbraken van angst mogelijk aangewakkerd door extreem-rechts bewegingen en zijn ze onvoorspelbaar. Het is daarom van belang om burgers weerbaarder te maken.
Opmerkingen