CYBERCHONDRIE, BLOED, COACHING, WIMPERS, FRENEMIES
- Marcel Doornbosch
- 16 mei 2022
- 2 minuten om te lezen
‘Cyberchondrie’ is het excessief en compulsief online zoeken van gezondheidsinformatie door mensen die vaak aan ziekteangst (‘hypochondrie’) lijden. In Journal of Clinical Psychology staat een onderzoek waarbij 125 mensen online de Cyberchondria Severity Scale en andere vragenlijsten invulden. Daaruit bleek dat metacognities over ziekteangst (zoals ‘ik heb geen controle over mijn gedachten over ziekte’) cyberchondrie voorspelden. Metacognities speelden een belangrijkere rol dan ziektegedachten. Voor dit soort problemen is metacognitieve therapie geïndiceerd.
In Journal of Clinical Psychology staat ook een onderzoek over automutilatie. Er deden 126 studenten mee waarvan de helft zichzelf wel eens had gesneden. Zij kregen een soort stresstest en een prikje in hun vinger. Alleen deelnemers die ooit hadden geautomutileerd voelden zich beter als ze hun bloed zagen na het prikje. Dit wordt gezien als bewijs voor de theorie dat het zien van bloed affectregulerend werkt bij automutilatie. In therapie zou je dan iemand kunnen stimuleren met een rode pen op de huid te tekenen in plaats van te snijden.
Over coaching wordt vaak een beetje lacherig gedaan vanwege het zweverige karakter. In Consulting Psychology Journal staat een artikel van een executive coach die een thematische analyse deed van zijn werk met 180 senior business leaders. Hij maakte gebruik van visuele leiderschapsmetaforen: beelden die de klant van zichzelf beschreef (nu en in de toekomst) die daarna door een kunstenaar werden getekend. Een vaak voorkomend thema was ‘anderen ontwikkelen’ en de beschreven zelfbeelden werden door de kunstenaar als volgt weergegeven: een soort popband (nu), bladmuziek (verandering) en een dirigent (doel). In het artikel worden diverse voorbeelden afgebeeld (treinen, zwemmen, metselen). Volgens de auteur is het van belang coaching wetenschappelijk te onderzoeken, jammer dat hij daar niet zelf mee begint.
Volgens evolutiepsychologen is aantrekkelijkheid vooral een indicatie van gezondheid. In Evolutionary Behavioral Sciences staat een onderzoek naar wimpers omdat lange wimpers volgens de auteurs mooi zijn. Gek genoeg kunnen lange wimpers ook een symptoom zijn van bepaalde ziektes. Aan het onderzoek deden 132 studenten mee die gezichten met verschillende wimperlengtes (gemaakt met daz3d) beoordeelden. Uit het onderzoek bleek dat vrouwelijke gezichten met langere wimpers aantrekkelijker waren en dat mannen juist met kortere wimpers aantrekkelijk waren. Hieruit blijkt dat een voorkeur voor wimperlengte cultureel is en niet biologisch.
Relaties kunnen positief zijn, dan help je elkaar, of negatief, dan schaadt je elkaar (bijvoorbeeld door roddelen). In Journal of Applied Psychology staat een onderzoek naar ambivalente relaties, daar is weinig onderzoek over maar zij komen waarschijnlijk het meeste voor. De onderzoekers deden 3 experimenten. In het eerste experiment beoordeelden studenten elkaar tijdens het samenwerken in een project. Ze gaven aan in hoeverre ze elkaar aardig vonden en behulpzaam. In het tweede experiment kregen studenten een Relationship Closeness Induction Task, hierbij stelden ze elkaar persoonlijke vragen waardoor er een positieve, negatieve of ambivalente relatie ontstond. Vervolgens moesten ze een tekst van de ander verbeteren. In het derde onderzoek vulden winkelmedewerkers online vragenlijsten in over werkrelaties. Uit deze onderzoeken bleek dat ambivalente relaties (‘frenemies’) gekenmerkt worden door zowel helpen als schaden. Ambivalente relaties vormen een uitbreiding op de social exchange theory, die vooral uitgaat van positieve of negatieve relaties.
Comments