DIERENMISHANDELING, BRILJANTIE, BLOOT, ONGEMAK, KNUFFELEN

Wreedheid tegen dieren door kinderen is een ‘rode vlag’ omdat dat meestal wijst op andere problemen. In Journal of Interpersonal Violence staat een onderzoek met 10 Schotse kinderen die naar de dierenbescherming waren verwezen vanwege dierenmishandeling (2 kinderen hadden zelfs een dier gedood). Zij werden geïnterviewd, mochten een tekening maken of kleien en deden de Thematic Apperception Test (een afbeelding met dieren en mensen waarover vragen werden gesteld). Uit het onderzoek kwam naar voren dat onveilige hechting en negatieve interpretatie van sociale scenes een rol leek te spelen bij wreedheid tegen dieren. De onveilige hechting hing samen met zeer weinig mensen in de omgeving van het kind (gemiddeld twee). De kinderen leken moeite te hebben gevoelens toe te schrijven aan dieren. Volgens de auteurs is agressie tegen dieren vooral het gevolg van negatieve omstandigheden in het leven van de jonge daders.

Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in wiskunde, economie en filosofie. In Psychological Science staat een artikel over 3 onderzoeken met onder andere 1347 wetenschappers. Uit het onderzoek bleek dat een nadruk op briljantie een ‘mannelijke-competitie-cultuur’ in de hand werkt. Volgens de ondervraagden lag bij neurowetenschap het meest de nadruk op competitie en briljantie en bij kunstgeschiedenis het minst. Psychologie neemt een middenpositie in (daar hoef je niet zo slim of gedreven voor te zijn).

Zelfobjectificatie door vrouwen leidt ertoe dat zij hun lichaam zien als een lustobject voor anderen en minder subjectief waarnemen. In British Journal of Social Psychology staat een een winters onderzoek waaraan 185 vrouwen meededen. Zij vertelden hoe koud ze het hadden terwijl ze tijdens het uitgaan buiten stonden te wachten en ze lieten zich fotograferen. Van de foto’s werd bepaald hoeveel huid er onbedekt was. Bij vrouwen die erg met hun uiterlijk bezig waren bleek géén verband te zijn tussen de buitentemperatuur, de hoeveelheid kleding die ze droegen en hoe koud ze het hadden. Volgens de auteurs betekent dit dat zelfobjectivering inderdaad leidt tot een verminderde waarneming van eigen sensaties. Het was tijdens de dataverzameling 11 graden buiten maar dat is voor Florida ‘onredelijk’ koud.

Persoonlijke groei gaat gepaard met ongemak, zegt men. In Psychological Science staat een artikel over 5 experimenten. In het eerste experiment kregen 557 deelnemers aan improvisatielessen de instructie om zich ongemakkelijk te voelen, om uit hun comfortzone te stappen. In het tweede experiment kregen 258 mensen een online schrijfopdracht met ook de instructie zich oncomfortabel te voelen. In experiment 3 moesten 256 mensen over corona lezen en zich nerveus voelen. Aan experimenten 4 en 5 deden bijna 1000 mensen mee die iets lazen over politieke standpunten en wapenwetgeving met de instructie zich angstig en van streek te voelen. Uit al deze onderzoeken bleek dat ongemak inderdaad groei faciliteert, of het nu gaat om improvisatie, schrijven, nieuws, politiek of leren. Ongemak blijkt motiverend als het gezien wordt als een teken van vooruitgang. De auteurs raden iedereen aan het ongemak te omarmen, behalve natuurlijk als het duidt op iets ernstigs…

Iemand omhelzen of omarmen kan affectie of troost overbrengen. In PLOS ONE staat een experiment met 76 mensen (allemaal romantische stellen) die elkaar omhelsden voordat ze een Socially Evaluated Cold Pressor Test kregen: de hand 3 minuten in koud (0-4 graden) water houden. Het omhelzen had als effect dat er minder cortisol werd gevonden in het speeksel van de deelnemers, maar dit effect gold alleen voor vrouwen. Het heeft geen zin mannen te knuffelen tegen stress!