Geheimen, empathie, gezichten en koffie
- Marcel Doornbosch
- 26 sep 2020
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 30 sep 2021
Sommige stigma’s zijn zichtbaar maar in het tijdschrift Psychological Bulletin is er aandacht voor te verhullen stigma’s. Deze zijn moeilijk te bestuderen en de auteurs van het artikel Sexual Orientation Concealment and Mental Health: A Conceptual and Meta-Analytic Review (1) richten zich op de gevolgen van geheimhouding van seksuele oriëntatie op de psychische gezondheid. Ze vonden 193 studies, met in totaal 92000 deelnemers, met data over geheimhouding (zoals niet vertellen aan familie, niet erover praten in gezelschap, de mate waarin iemands seksuele oriëntatie bekend is) en psychische problemen. De deelnemers werden online gevonden op fora voor seksuele minderheden. De conclusie is dat er een klein positief verband is tussen verbergen van de seksuele oriëntatie en psychische problemen zoals depressie, angst en eetproblemen. En een negatief verband met middelengebruik. Onderzoeken met data over gedrag, zoals het openlijk met anderen praten over daten (gemeten met de Outness Inventory) lieten sterkere verbanden zien. Het verband tussen verbergen en psychische problemen was zwakker voor ouderen en biseksuelen.
In het tijdschrift Journal of Applied Psychology staat een artikel over empathie. Vooral in de gezondheidzorg zijn emotionele vaardigheden belangrijk en vaak wordt het uiten van enthousiasme of meeleven aangemoedigd door de organisatie. De auteurs van het artikel Dispositional Empathy, Emotional Display Authenticity, and Employee Outcomes (2) richten zich op natuurlijk gevoelde emoties en de authentieke uiting daarvan. Door 156 apothekers werden vragenlijsten ingevuld over empathie, stress en emotionele uitingen. Empathie werd gemeten met een subschaal van de Interpersonal Reactivity Index: Empathic Concern and Perspective Taking, met bijvoorbeeld het item ‘ik voel me begaan met mensen die het minder hebben dan ik’. Stress ging onder andere over de hoeveelheid verantwoordelijkheid. Emotionele uitingen werden onderscheiden in surface acting, bijvoorbeeld ‘ik doe alsof als ik emoties toon’ of authentieke uitingen. Ook werden werktevredenheid, ziekteverzuim en prestatie (volgens managers) gemeten. Volgens de onderzoekers blijkt, na veel gereken, dat empathie samenhangt met authentieke emotionele uitingen, maar niet met surface acting (doen alsof). Emotionele uitingen vergroten werktevredenheid en prestaties en verlagen ziekteverzuim. Kortom: empathie is goed voor organisaties.
Oost-Aziatische Amerikanen worden gediscrimineerd omdat ze er ‘te Aziatisch’ uitzien en idealiseren zelf een ‘witter’ uiterlijk met grotere ogen en een dunnere neus. In het tijdschrift Asian American Journal of Psychology wordt een onderzoek naar de discrepantie tussen feitelijk en ideaal fenotype beschreven. De auteurs van Discrepancies in East Asians’ Perceived Actual and Ideal Phenotypic Facial Features (3) gebruikten hiervoor morphing technologie (de manipulatie van foto’s). Foto’s van 104 studenten met Oost-Aziatische fenotypische kenmerken werden op 129 punten gemanipuleerd en in acht gradaties, van prototypisch ‘Oost-Aziatisch’ tot ‘Wit’, weergegeven.

Twee weken later werd de studenten gevraagd zich een incident voor de geest te halen van raciale discriminatie of raciale acceptatie, of iets te schrijven over hoe hun dag was geweest. Vervolgens moesten ze uit de negen foto’s eerst hun echte en daarna hun ideale gezicht aanwijzen. De meeste deelnemers namen hun echte gezicht als meer fenotypisch ‘Oost-Aziatisch’ waar dan hun ideale gezicht, dit was een robuust effect en niet afhankelijk van hun gender of van de vraag naar discriminatie. Ze zagen hun echte gezicht zelfs als meer ‘Oost-Aziatisch’ dan objectief het geval was. Volgens de auteurs moeten er in de media meer alternatieven voor het ‘witte ideaal’ komen. Van de verstoorde (overdreven ‘Oost-Aziatische’) zelfwaarneming schrokken ze.
Er wordt veel koffie en thee gedronken; dat zou gezond zijn en levensduur bevorderen. In het tijdschrift Journal of the American Geriatrics Society worden de uitkomsten beschreven van het Womenʼs Health Initiative observationeel onderzoek onder bijna 94000 vrouwen tussen de 50 en 80 jaar oud, van wie ze hoopten dat ze in de follow up periode 90 zouden worden. Het artikel Associations of Coffee and Tea Consumption With Survival to Age 90 Years Among Older Women (4) gaat over 27480 vrouwen die 25 jaar werden gevolgd. In de jaren 90 beantwoordden zij vragen over koffie en thee drinken, levensstijl, gezondheid en dieet. Drieënvijftig procent werd 90. Koffie- of theeconsumptie had geen enkele invloed op hun lang leven.
Verwijzingen
Comments