top of page
Zoeken

Lokaas, plagen, apen, geheugen en coachen

  • Foto van schrijver: Marcel Doornbosch
    Marcel Doornbosch
  • 23 sep 2020
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 28 jan 2021

In het tijdschrift Psychology, Crime & Law staat een artikel over politieondervraging. Tijdens een ondervraging wil de politie graag weten of iemand liegt. Om die reden wordt een zogenaamde lokaas-vraag gesteld: een vraag naar hypothetisch, niet bestaand bewijs. Het gedrag van de ondervraagde zou een aanwijzing kunnen geven of hij of zij liegt. Het probleem is dat die vragen kunnen leiden tot geheugenvervorming. De auteurs van Taking the bait: interrogation questions about hypothetical evidence may inflate perceptions of guilt wilden weten of bijvoorbeeld juryleden of rechters iemand dan ook sneller als schuldig zien. Er deden 393 mensen mee aan een experiment: zij lazen een (nep) politierapport over een moord en, na een afleidende taak, ook een verslag van de ondervraging. Daarna kregen ze achttien bewijsstukken te zien met bij ieder bewijsstuk de vraag of ze die in het rapport of in de ondervraging hadden gelezen. In de ondervraging werden lokaas-vragen gesteld zoals: ‘is er een reden dat we een getuige zouden vinden die jou op de plek van de moord heeft gezien?’ De verdachte reageerde daar in het verslag steeds ontkennend op. Aan de deelnemers werd gevraagd hoe hoog ze de kans achtten dat de verdachte het inderdaad gedaan had: de Estimated Likelihood of Commission. Volgens de onderzoekers bleek de blootstelling aan misleidend lokaas-bewijs inderdaad te leiden tot een hogere perceptie van schuld. Maar de hoeveelheid bewijs deed er niet toe. Wel zou zulk bewijs er toe kunnen doen als het een verhaal rond maakt: een sleutelbewijs. Dat werd vervolgens getest met 404 deelnemers aan een vergelijkbaar experiment met een verhaal rond een overval op een juwelier. De enige lokaas-vraag was hier: ‘is er een reden dat we jouw vingerafdrukken zouden vinden op de vluchtplaats?’ en die vraag verwees naar een doorslaggevend bewijs (verklarend). Maar in dit experiment bleek er geen verband te zijn tussen de perceptie van schuld en de verklarende lokaas-vraag. De conclusie is dat één lokaas-vraag die verwijst naar niet bestaand bewijs volstaat om schuld-perceptie te vergroten, doordat het de herinnering vervormt. En dat is dus een risico als in een rechtszaak lokaas-vragen worden herhaald. Maar hoe dat precies werkt blijft onduidelijk.

Het artikel When It Is Not So Funny: Prevalence of Friendly Sexist Teasing and Consequences to Gender Self-Esteem gaat over plagen. Meer specifiek: over vriendelijk (speels) seksistisch plagen. In het tijdschrift Social and Personality Psychology beschrijven de auteurs dat plagen tegelijk positief én negatief is, ofwel: ‘toegestaan respectloos’. Voor het onderzoek hielden 72 studenten een week lang in een dagboek alle naar hun gerichte opmerkingen bij die verwezen naar hun gender. Er werden 262 fragmenten genoteerd en die varieerden van vijandig tot plagend. Een voorbeeld van vriendelijk seksistisch plagen is: ‘ga een taart bakken!’ Het plagen gebeurde vooral door vrienden (vrouwen veelal door mannen maar mannen door vrouwen en mannen). Om de negatieve gevolgen van vriendelijk seksistisch plagen (het versterken van negatieve stereotypen) te onderzoeken deden 167 studenten vervolgens mee aan een experiment. Zij hadden een soort chatsessie met iemand van het tegenovergestelde geslacht die neutraal of juist wat persoonlijker reageerde. Op een gegeven moment plaagde de gesprekspartner de deelnemer, bijvoorbeeld: ‘hoe gaat het met je studie, je hoeft zeker alleen maar lief te kijken voor een voldoende, grapje’. De meeste deelnemers reageerden positief op het plagerijtje, vooral vrouwen. Volgens de onderzoekers is er wel een negatief effect op het ‘collectieve zelfbeeld’ (het beeld dat je hebt van de groep waartoe je behoort): op een vragenlijst namen deelnemers meer afstand van hun groep (mannen of vrouwen). Dat effect was sterker na plagen door iemand die minder als vriend wordt gezien. Maar binnen een intieme relatie is zelfs seksistisch plagen onschuldig.

Volgens Darwin is walging evolutionair gevormd als ziekte-vermijdend gedrag (in tegenstelling tot de afkeer van bepaald voedsel, dat cultureel bepaald is). Volgens de auteurs van The Animal Origins of Disgust: Reports of Basic Disgust in Nonhuman Great Apes zou, vanwege continuïteit in de evolutie, walging daarom ook bij apen voorkomen. De auteurs beschrijven in het tijdschrift Evolutionary Behavioral Sciences de uitkomsten van een vragenlijstonderzoek onder onderzoekers, veldwerkers en dierentuinmedewerkers die allemaal ervaring hadden in het observeren van apen (chimpansees, bonobo’s, gorilla’s of orang-oetans) in het wild of in gevangenschap. Uit de observaties blijkt dat apen inderdaad vies smakend eten uitspugen, zich terugtrekken van scherpe geuren, besmet eten vermijden of wassen, en lichaamsproducten van soortgenoten uit de weg gaan. Vooral feces werd vermeden of afgeveegd. In tegenstelling tot mensen vermijden ze geen zieke soortgenoten. Bovendien zijn hun reacties veel zwakker. Paradoxaal genoeg werd er wel veel coprofagie geobserveerd: het eten van (eigen) feces. Mogelijk houdt dit een lager ziekterisico in dan uitwerpselen van een soortgenoot eten. Gezichtsuitdrukkingen zoals de neusrimpel werden niet vaak gerapporteerd. De conclusie is dat walging ook bij apen voorkomt en dat dat bewijs is voor continue geëvolueerd ziekte-vermijdend gedrag. Al zijn apen minder gevoelig voor walging.

In het tijdschrift Dreaming staat een artikel over de relatie tussen slaap, dromen en geheugen. De auteurs van A Full Night’s Sleep at Home Improves Memory Performance in an Associative and Relational Learning Task deden een experiment met 63 studenten. Zij kregen een associatietaak (AIT, zie afbeelding) met gezichten en objecten en hielden een slaapdagboek bij op hun telefoon over hun slaapkwaliteit en dromen. Eén groep ging slapen na de taak de ander ervoor (zij bleven wakker na de taak). De slaap-groep presteerde beter dan de wakker-groep. En de mensen die droomden over de associaties onthielden meer associaties.

Een executive coach begeleidt managers, ondernemers en bestuurders. Volgens de auteurs van New findings on the effectiveness of the coaching relationship: Time to think differently about active ingredients? is coaching effectief maar is het niet duidelijk waarom. In het tijdschrift Consulting Psychology Journal: Practice and Research beschrijven zij de uitkomsten van twee RCT’s. In de eerste studie werden 209 vrouwelijke leidinggevenden gecoacht en in de tweede studie ging het om 105 studenten. Zij vulden tijdens zes coaching sessies vijftien vragenlijsten in over ondermeer effectiviteit (‘bijvoorbeeld; ‘ik vond deze coaching reis een succes’), doelen, stress, hoop, sociale steun, relatie met de coach en persoonlijkheid (MBTI). In beide studies bleek coaching effectief maar droeg de relatie met de coach (working alliance) daar weinig aan bij.

Verwijzingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Hechting, Lachen

Al meer dan 50 jaar wordt de kwaliteit van de hechting tussen een kind en een verzorgende vastgesteld in de strange situation procedure...

 
 
 

Yorumlar


bottom of page