Natuur, virtuele teams, huilen, persoonlijkheid, klimaatverandering en gezichten
- Marcel Doornbosch
- 15 nov 2020
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 16 apr 2021
In Engeland betekent de huidige GGZ-crisis dat ongeveer 3% van de bevolking contact heeft met een GGZ-instelling. In het tijdschrift The Humanistic Psychologist staat dat tijd doorbrengen in de natuur gezond is. De auteurs van het artikel Opening Doors to Nature: Bringing Calm and Raising Aspirations of Vulnerable Young People Through Nature-Based Intervention (1) beschrijven een interventie bij bewoners van de YMCA, een opvang voor daklozen en mensen met psychiatrische problemen. Acht bewoners verbleven gedurende 9 weken een hele dag per week in een natuurlijke omgeving. Ze werden daarover geïnterviewd volgens de principes van de ‘interpretatieve fenomenologische analyse’, die gericht is op persoonlijke ervaring. De interviewverslagen werden geanalyseerd door te focussen op de taal waarmee de deelnemers over hun ervaringen praatten. Er werden drie thema’s geïdentificeerd: relaties opbouwen, vaardigheden en eigenwaarde ontwikkelen en omgaan met emoties middels de natuur. Volgens de onderzoekers was de natuur-interventie voor iedereen een positieve ervaring. Voor de bewoners was het fijn om even ‘weg’ te zijn. Ook nam hun respect voor de natuur toe.
In het tijdschrift Group Dynamics: Theory, Research, and Practice staat een artikel over virtuele teams, dat zijn teams waarvan de leden zich op verschillende locaties bevinden en via technologie met elkaar communiceren. Door de ‘computer gemedieerde communicatie’ (vaak alleen teksten) is het hanteren van emoties ingewikkelder. Het artikel Virtual Team Functioning: Modeling the Affective and Cognitive Effects of an Emotional Management Intervention (2) beschrijft een onderzoek onder 164 eerstejaarsstudenten. Zij werden verdeeld in 41 groepen van 4 leden die 3 ‘overlevingsopdrachten’ (een soort intellectueel spel) moesten maken. Alle teams kregen een zogenaamde ‘emotionele management interventie’, de experimentele groep in het begin en de controle groep aan het eind. Door de interventie leerden de studenten meer over emoties in virtuele teams (onder andere door het gebruik van emoticons) en ook over het werkklimaat in virtuele teams (bijvoorbeeld door de bijdragen van anderen te erkennen). Er werd bepaald hoe elk team presteerde en ook werd de ‘synergie’ (een superieur resultaat) berekend. De deelnemers vulden de Team Work Engagement Scale in: een vragenlijst over daadkracht, toewijding en absorptie (bijvoorbeeld: ‘deze taak inspireert ons’). Ook vulden ze de Questionnaire on Current Motivation in (bijvoorbeeld: ‘na het lezen van de instructies leek de taak me erg interessant’). Volgens de onderzoekers leidt een emotionele management interventie tot een betere teamprestatie door synergie; dat betekent dat de vermogens van iedere deelnemer beter benut worden. Ook neemt de individuele motivatie toe omdat de deelnemers beter omgaan met emoties. In de huidige coronacrisis kan een emotionele management interventie helpen om effectievere virtuele teams te vormen.
Waarom wij huilen is niet helemaal duidelijk. Één theorie is dat huilen steun van anderen genereert. In het tijdschrift Emotion staat een artikel over een andere theorie, namelijk dat huilen goed voor je is omdat het herstellend werkt bij stress. De auteurs van het artikel Using Crying to Cope: Physiological Responses to Stress Following Tears of Sadness (3) onderzochten de rol van cortisol. Omdat uit het vooronderzoek bleek dat mannen niet genoeg huilden bij de stimuli (trieste video’s) deden alleen 197 vrouwen mee. Zij keken een neutrale video (bijvoorbeeld een Ted Talk) of een trieste video (met daarin bijvoorbeeld huilende familieleden van verkeersslachtoffers). Daarna kregen de deelnemers een Cold Pressor Stress Test, waarbij ze hun hand in koud water (0-5 graden) hielden. Hartslag, ademhaling en cortisol (uit speeksel) werden gemeten. De deelnemers vulden de Positive and Negative Affect Scale short form over emoties in. Ook scoorden ze hun huilen: niet huilen, volschieten, of snikken. Daarnaast werd het huilen ook geobserveerd. Van de vrouwen die een trieste video bekeken huilde 56%. Zij waren vervolgens niet in staat om hun hand langer in het koude water te houden en vertoonden ook geen cortisoldaling. Wel hadden ze een stabielere ademhaling en daalde hun hartslag vlak voor het huilen. Er is geen bewijs dat huilen een rol speelt bij de biochemische coping.
Hoewel het beschrijven van de persoonlijkheid van anderen universeel is, zijn de meeste psychologische persoonlijkheidstheorieën gebaseerd op onderzoek onder een klein deel (12%) van de wereldbevolking: mensen uit westerse en geïndustrialiseerde landen (en dan vooral studenten). In het tijdschrift Journal of Personality and Social Psychology: Personality Processes and Individual Differences staat dat het Big Five model van persoonlijkheid gebaseerd is op lexicale studies in het Engels, Duits en Nederlands. De auteurs van het artikel Personality Structure in East and West Africa: Lexical Studies of Personality in Maa and Supyire-Senufo (4) beschrijven twee ‘emic’ lexicale studies bij niet-geïndustrialiseerde gemeenschappen in Kenia en Mali. In het eerste onderzoek werden 166 Maa-sprekers (Maasai) geïnterviewd over twee personen die zij kenden: één die ze hoog achtten en één die ze laag achtten. Uit een lijst van 211 woorden die in het Maa worden gebruikt om mensen te beschrijven en te typeren, gaven de geinterviewden aan in hoeverre deze van toepassing waren op de personen. Opmerkelijk aan de antwoorden was dat de deelnemers alleen met ‘ja’ of ‘nee’ antwoordden (en niet met ‘een beetje’, ‘soms’, of ‘vaak’) en dat hooggeachte personen tamelijk uniform werden beschreven. De meest genoemde eigenschap door de Maasai is deugdzaamheid (wijs, belangrijk, genereus). Andere eigenschappen zijn competentie, moed, sluwheid en verlegenheid. In het tweede onderzoek werden 115 Supyire-sprekers ondervraagd aan de hand van een lijst met 216 woorden. Zij maakten wel gebruik van meer responsopties dan alleen ‘ja’ of ‘nee’. Ook hier werd deugdzaam het vaakst genoemd, gevolgd door betweterig, rustig, veerkrachtig, empathisch, vasthoudend, gek, accepterend, gehaast en vredig. Volgens de auteurs is een overeenkomst tussen de twee gemeenschappen dat ze morele termen gebruiken om anderen te beschrijven. De Big Five is hier dus niet van toepassing, maar er is wel overlap met de Big Two. Vooral de eigenschap ‘sociale zelfregulatie’, gerelateerd aan deugdzaamheid, lijkt universeel voor te komen.
In het tijdschrift The Journal of Nervous and Mental Disease staat een artikel over suïcide. De auteurs van Climate Change and Risk of Completed Suicide (5) schreven een review over artikelen die ze via PubMed en PsycInfo hadden gevonden. De review beschrijft de mentale gevolgen van luchtverontreiniging, temperatuurstijging, landschapsveranderingen, natuurrampen en existentiële bedreigingen. Slechte luchtkwaliteit heeft een stijging van 3% suïcides tot gevolg. Een temperatuur boven de 37 graden leidt tot meer geweld en depressie. Inheemse gemeenschappen en vluchtelingen lijden bovenmatig onder klimaatverandering. Hopeloosheid en existentiële angst betreft iedereen. Volgens de auteurs zouden psychiaters meer aandacht moeten hebben voor klimaatverandering.
In het tijdschrift Journal of Experimental Psychology: Human Perception and Performance staat een artikel over gezichten. Volgens de auteurs van The Eye Wants What the Heart Wants: Female Face Preferences Are Related to Partner Personality Preferences (6) vinden vrouwen gezichten van mannen die een bepaalde persoonlijkheid uitstralen aantrekkelijk. Een groep van 131 vrouwen beoordeelden gezichten die op de computer qua vorm en kleur mannelijker of vrouwelijk getoond werden. Ook vulden ze een vragenlijst in over voorkeuren voor bepaalde eigenschappen van een partner. Deze werden ingedeeld in mannelijke eigenschappen, zoals onafhankelijkheid, en vrouwelijke eigenschappen, zoals kwetsbaarheid. Ook werd gevraagd in hoeverre de getoonde gezichten bepaalde eigenschappen weergaven (bijvoorbeeld: ‘hoe warm is deze persoon?’).
De meest gewenste eigenschappen van een partner zijn vrouwelijk: betrouwbaar, empathisch, warm en behulpzaam. Gezichten met een vrouwelijker vorm werden ook als aantrekkelijker beoordeeld. Een mannelijkere kleur en contrast (‘reflectance’) werden echter ook als aantrekkelijk gezien. Volgens de onderzoekers vinden vrouwen een gezicht dat ze associëren met een gewenste eigenschap aantrekkelijk.
Verwijzingen
Comments