Onwetendheid, Paracetamol, vreemdgaan, golf, schok
- Marcel Doornbosch
- 8 aug 2021
- 3 minuten om te lezen
Onwetendheid kan soms prettig zijn. De Duitse schrijver Günter Grass wilde na de val van de muur niet zijn Stasi-documenten inzien omdat hij niet wilde weten wie van zijn vrienden over hem gepraat hadden. In Psychology and Aging staat een artikel over een Duits onderzoek waarbij 2005 mensen werden geïnterviewd. Ze kregen 13 scenario's voorgelegd, variërend van een genetische afwijking tot het nazi-verleden van een familielid, met de vraag ‘zou je het willen weten?’ De voorkeur voor onwetendheid varieerde, afhankelijk van de vraag, van 90% (‘zou je willen weten wanneer je precies dood gaat’) tot 21% (‘zou je willen weten of een recent gekochte antieke tafel echt is’). Weloverwogen onwetendheid bleek vooral een eigenschap te zijn van oude mensen, die waarschijnlijk minder openstaan voor nieuwe kennis. Ook is er ook een positiviteitseffect: oude mensen zijn meer gericht op positieve dingen. Tot slot, zo zeggen de auteurs, is nieuwe informatie, vooral over gezondheid, minder nuttig voor ouderen.
In Frankrijk deden onderzoekers een ‘infodemiologisch’ onderzoek naar Paracetamolgebruik. In Journal Of Medical Internet Research staat hoe zij 44.283 posts op gezondheidsfora van de afgelopen 16 jaar analyseerden met de Detec’t tool (een algoritme voor text-mining). De meeste posts waren van vrouwen en in de winter geschreven. Er werd informatie verzameld over verkeerd gebruik en overdosering. Volgens de auteurs helpt deze, geheel geautomatiseerde, analyse van teksten om meer inzicht te krijgen in de kennis van gebruikers van over the counter medicijnen en om de voorlichting daarop af te stemmen.
In Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking staat een artikel over vreemdgaan, specifiek over alleenstaanden die op een partner azen die al een relatie heeft: mate-poaching. Er zouden aanwijzingen zijn dat maar liefst 10% van alle relaties zo beginnen. Het onderzoek werden 1676 gebruikers (88% mannen) van Ashley Madison, een website die gericht is op vreemdgaan, ondervraagd. In een voetnoot aan het eind van het artikel staat dat meer dan de helft van de antwoorden niet bruikbaar bleek. Uit de gegevens bleek dat er best veel (⅓) mensen op zoek waren naar een langdurige relatie en niet alleen maar naar een kortstondige affaire. De intentie tot mate-poaching voorspelde in sterke mate of iemand een potentiële partner ook echt wilde zien. Voor veel mensen blijft een vreemdgaan-website namelijk vooral een fantasie.
Er bestaan verschillende theorieën over hoe je het beste motorische vaardigheden kan aanleren. Bijvoorbeeld: kan je beter herhalen of variëren? In Perceptual and Motor Skills staat een onderzoek over golf. Een groep van 42 studenten lichamelijke opvoeding kregen 4 weken golfles op 4 manieren. Eén groep oefende met verschillende afstanden tot de hole. Twee groepen kregen verschillende ballen, afstanden, houdingen en clubs tijdens het oefenen. De laatste groep deed gewoon 288 putts. De prestaties werden met video-opnames geanalyseerd. Het bleek dat alle groepen beter gingen presteren, maar dat de gevarieerde trainingen een langdurend effect hadden (de controlegroep ging na een tijdje weer slechter golfen). De hoeveelheid variatie maakte niet uit en daarom is voor het artikel waarschijnlijk voor de titel Null effects gekozen.
In PNAS staat een klassiek Pavloviaans conditioneringsonderzoek. In Zweden kregen 63 mensen een schok(je) (de US), terwijl ze een geel vlak zagen (de CS). Daarna zagen ze een video van iemand die een schok kreeg terwijl er een rood lampje ging branden. Aan het eind zagen ze weer een geel vlak én ging er een rood lampje branden, maar kregen ze geen schok. Door de koppeling van de schok aan het gele vlak ontstaat er een schrikreactie, te meten via de huidgeleidingsreactie (de CR) die onderdrukt wordt als de schokken ophouden maar terugkeert als je iemand anders een schok ziet krijgen; dus via sociale transmissie. Er werd ook een experiment gedaan met 23 ratten die na een toon (CS) een schok (US) kregen en na uitdoving een andere rat een schok zagen krijgen om te kijken of ze zouden ‘bevriezen’ (CR). Uit het onderzoek bleek dat uitgedoofde (eigenlijk geïnhibeerde) angstreacties die waren ontstaan op basis van eigen ervaringen konden worden gereïnstalleerd door een soortgenoot te zien met een zelfde ervaring. De context speelde daarbij een rol in de zin dat de reactie alleen terugkeerde als de omgeving als gevaarlijk werd waargenomen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een deel van de ratten werd gedood om onderzoek naar een gen (c-fos) te doen, maar dat leverde niets op.
Comments