Pasgeborenen, linkshandigheid, dwang, glazen afgrond en publicatie bias
- Marcel Doornbosch
- 7 sep 2020
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 jan 2021
Een schokkend artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America over sterfte onder Zwarte pasgeborenen. Zij sterven twee keer zo vaak als Witte kinderen. In het artikel Physician–patient racial concordance and disparities in birthing mortality for newborns (1) wordt beschreven hoe de kansen van Zwarte kinderen verbeteren als ze door een Zwarte dokter worden geholpen. Tussen 1992 (daarvoor werden geen data over ras bijgehouden) en 2015 (daarna werd overgestapt op een nieuwe codering volgens ICD-10) werden 1,8 miljoen geboortes onderzocht. Het ras van de dokter werd via openbare foto’s bepaald. Overeenstemming (dus als een Zwarte dokter een Zwarte baby behandelt) leidt tot 58% minder sterfte, vooral bij medisch complexe gevallen. Helaas is er een gebrek aan Zwarte artsen.
In het tijdschrift Perceptual and Motor Skills staat een artikel over links- of rechtshandigheid. Om te meten of iemand links- of rechtshandig is, wordt meestal gevraagd naar de hand waarmee men schrijft. De auteurs van het artikel The Pen Is Not Always Mightier: Different Ways of Measuring Handedness With the Edinburgh Handedness Inventory Yield Different Handedness Conclusions (2) stellen dat het ook van belang is om mensen te vragen of ze meestal dezelfde hand gebruiken voor taken die met één hand uitgevoerd kunnen worden, en met welke hand ze handiger zijn in taken die twee handen vergen. Mensen die rechts schrijven maar bijvoorbeeld een pot open maken met hun linkerhand (en de rechter gebruiken om hem vast te houden) noemen ze inconsistent. Aan het onderzoek deden ruim 1000 studenten mee die een vragenlijst invulden: de Edinburgh Handedness Inventory met daarin tien vragen over met welke hand ze meestal bepaalde taken uitvoeren: schrijven, tekenen, lepel gebruiken, pot openen, tandenpoetsen, gooien, kammen, knippen, snijden en een lucifer afstrijken. Door discriminant analyse van de antwoorden werden verschillende groepen onderscheiden. Links- of rechtshandigheid werd goed voorspeld door de vraag over schrijven. De vragen over potten openen en haren kammen (ervan uitgaande dat dat laatste ook makkelijker is met twee handen) bleken vooral samen te hangen met consistentie (altijd de dominante hand gebruiken). Volgens de auteurs wordt inconsistentie, dus als je afwisselt (wat niet hetzelfde is als ambidexteriteit, dat meer gaat over behendigheid), vooral door de omgeving bepaald. Consistente links- of rechtshandigheid is echter vooral genetisch bepaald.
Mensen met een dwangstoornis (OCS) hebben ook vaak seksuele problemen, staat in het tijdschrift Journal of Nervous and Mental Disease. In het artikel Sexual Arousal in Obsessive-Compulsive Disorder With and Without Contamination/Washing Symptoms: A Moderating Role of Disgust Sensitivity (3) wordt een onderzoek beschreven onder 72 dwangpatiënten. Door interviews en vragenlijsten werd bepaald aan wat voor dwang men leed (smetvrees, controle, obsessies, ordenen of verzamelen), seksueel functioneren en de neiging tot en gevoeligheid voor walging. Vooral de mensen met smetvrees die gevoelig zijn voor walging hebben seksuele problemen: zowel angst om te falen als angst voor de gevolgen van seks (bijvoorbeeld een geslachtsziekte). Het advies van de auteurs is meer aandacht te schenken in de therapie aan gevoelens van walging. Verrassend genoeg bleek seksuele opwinding niet verminderd in deze groep.
In Psychological Bulletin een artikel over de glazen afgrond; dat is een kwetsbare of risicovolle positie waarin leidinggevende vrouwen zich kunnen bevinden, bijvoorbeeld omdat ze benoemd zijn tijdens een crisis. In het artikel The Who, When, and Why of the Glass Cliff Phenomenon: A Meta-Analysis of Appointments to Precarious Leadership Positions (4) worden de resultaten beschreven van drie meta-analyses met als vraag of leidinggevende mannen en vrouwen anders worden beoordeeld (en geselecteerd) in tijden van crisis (versus als alles goed gaat). Ook minderheden zouden daaronder lijden. Er zijn drie theorieën over: tijdens een crisis zijn stereotypische vrouwelijke eigenschappen nodig: think crisis-think female; een organisatie wil na een crisis een andere aanpak communiceren: signalling change; en vrouwen worden benoemd op kwetsbare leiderschapsposities omdat deze posities ongewenst zijn: prejudice. In de meta-analyses werd gekeken naar archiefonderzoek en experimenteel onderzoek. De auteurs concluderen dat er wel enig bewijs is voor het bestaan van een glazen afgrond fenomeen, vooral in landen met een hoge gender ongelijkheid.
Volgens een artikel in Psychological Methods staat de betrouwbaarheid van de psychologie ter discussie. Vooral omdat veel studies niet gerepliceerd kunnen worden. Volgens de auteurs van p-Hacking and Publication Bias Interact to Distort Meta-Analytic Effect Size Estimates (5) zijn meta-analyses ook niet betrouwbaar, omdat de gebruikte onderzoeken niet deugen. De belangrijkste problemen zijn p-hacking (een niet significant resultaat verkleinen tot het de gewenste grootte heeft) en publicatie bias (alleen “successen” publiceren). Het negatieve gevolg hiervan is veel vals-positieve uitkomsten. Om dit te bestuderen werd een simulatie gedaan van 1000 studies in 282.240 configuraties. Hierdoor konden verschillen in echte effectgrootte, heterogeniteit, p-hacking en publicatie bias gevarieerd worden. Volgens de auteurs geeft hoge publicatie bias een ernstige vertekening van evidence. Dan voegt p-hacking weinig risico toe (ook als de publicatie bias laag is en er dus genoeg informatie is). Maar bij middelgrote publicatie bias kan p-hacking juist veel bijdragen aan de bias, zeker als het echte effect verwaarloosbaar klein (of bijna nul) is. Grotere steekproeven, lage heterogeniteit en grotere echte effecten beschermen tegen de negatieve invloed van publicatie bias en p-hacking. De auteurs concluderen dat de betrouwbaarheid van meta-analyses en daarmee de psychologie vooral kan profiteren van reductie van publicatie bias.
Verwijzingen
Comments