top of page
Zoeken

Planten, psychotherapie (2 keer), Ginseng, stoppen met eten en drinken

  • Foto van schrijver: Marcel Doornbosch
    Marcel Doornbosch
  • 11 jul 2021
  • 3 minuten om te lezen

Kinderen vermijden onbekend voedsel (‘neofobie’). Daar zijn goede evolutionaire redenen voor, want vooral planten en vruchten kunnen giftig zijn. Die vermijding wordt minder door sociale informatie, bijvoorbeeld als een kind een ander iets ziet eten. Ook bewerking van voedsel is voor mensen een teken dat het eetbaar is. Cassave is rauw giftig, maar na langdurig weken in water wel eetbaar. In Developmental Psychology staat een onderzoek naar vermijding door hele jonge kinderen. Aan dat onderzoek deden 56 Duitse kinderen van 7-15 maanden oud mee. Zij kregen 8 stimuli voorgeschoteld: planten met bladeren, planten met fruit, een boeket van geplukte bladeren, gesneden en ongesneden fruit, zetmeelrijk eten, nieuwe dingen en natuurlijke dingen (zoals een schelp). De vraag was of de kinderen de stimuli zouden aanraken (zie de schattige video). Uit het experiment bleek dat de kinderen planten met bladeren vermeden en ook vaker naar de volwassene keken bij het boeket. Tekenen van bewerking (zoals geplukt zijn) zijn een sociaal signaal dat de bladeren veilig zijn om aan te raken. De bangste kinderen hadden volgens hun ouders een jaar later meer voedselvermijding. Dat kinderen geen groente lusten wist ik, maar dat ze bang zijn van planten was me nooit zo opgevallen.


Motivatie voor therapie is belangrijk, want niet iedereen is ‘klaar voor verandering’. In Behavioural and Cognitive Psychotherapy staat een onderzoek naar de Readiness for Therapy Questionnaire (RTQ). Deze vragenlijst met 6 stellingen, zoals ‘als ik iets anders te doen heb kom ik niet naar de therapie’, wordt voor de start van de behandeling ingevuld door de cliënt. Aan het onderzoek deden 349 mensen in Engeland mee. Zij kregen therapie voor angst en depressie maar 43,8% stopte voortijdig (wel na meer dan 2 sessies). De voorzichtige conclusie is dat de RTQ drop-out zou kunnen voorspellen (sensitiviteit .53 en specificiteit .63). Hoge scores voorspelden herstel na een volledige therapie. Het blijft mij toch verbazen dat mensen bereid zijn op de wachtlijst te gaan staan zonder motivatie.


Voor depressie schrijven psychiaters een SSRI voor, maar 30-50% van de patiënten wordt daar niet beter van. In Aziatische traditionele geneeskunde gebruikt men voor depressie Ginseng. In Acta Neuropsychiatrica staat een nogal schokkend dieronderzoek naar de werkzaamheid van Ginseng (G115®) en Fluoxetine. Ratten werden in een doolhof gezet en daarna in een open ruimte (dat vinden ze eng en daarom gaan ze tegen de wand zitten, dat heet thigmotaxis). Vervolgens moesten ze zwemmen. Gekeken werd hoe lang de ratten zwommen of worstelden en hoe lang ze daarna niet meer bewogen. Dit ‘opgeven’ (ook wel wanhoop of aangeleerde hulpeloosheid genoemd) wordt gezien als depressief gedrag. Vervolgens werden ze verdoofd, onthoofd en werden de hersenen geanalyseerd. Ratten die fluoxetine kregen waren minder immobiel (bleven langer zwemmen of worstelen) en de toevoeging van Ginseng versterkte dit (antidepressieve) effect. De data van het hersenonderzoek bleken moeilijk te interpreteren, maar het effect van Ginseng ligt in ieder geval niet aan een verhoging van BDNF, een neurotrofine. De theorie over aangeleerde hulpeloosheid op basis van nare experimenten komt van Martin Seligman (hij gaf honden schokken), die we nu juist kennen van de positieve psychologie.


In Journal of Gerontopsychology and Geriatric Psychiatry staat een artikel over vrijwillig stoppen met eten en drinken met als doel te sterven. De vraag van de auteur is hoe zich dat verhoudt tot suïcide. In Duitsland is euthanasie verboden maar sinds kort heeft men daar wel recht op een zelfgekozen dood. De onderzoekers vonden 6 artikelen over de ervaringen van 1203 hulpverleners met patiënten die stopten met eten en drinken. Hieruit bleek dat het in ⅔ van de gevallen ging om mensen met kanker of een andere ernstige ziekte. Over het algemeen vond men stoppen met eten en drinken een ‘goede dood’ maar was er wel behoefte aan symptoombestrijding. Stoppen met eten en drinken wordt door veel theoretici gezien als ‘passieve suicide’. Echter, de dood bespoedigen past niet binnen de etymologie van sui caedere (‘zichzelf doden’). De auteurs pleiten voor empathie met de patiënt die een doodswens heeft.


In Acta Psychiatrica Scandinavica staat dat therapieën voor depressie ‘waarschijnlijk’ werken, op basis van groepsgemiddelden, maar de kans op herstel voor een individuele patiënt is niet duidelijk. In een meta-analyse werden 228 onderzoeken met 23.574 deelnemers geanalyseerd. Uit de gegevens bleek dat de response rate (50% symptoomreductie) voor psychotherapie bij depressie .41 is. Dat gold voor ongeveer alle therapieën (CGT, IPT, activatie, etc.). Meer dan de helft van de depressieve cliënten herstelde dus niet. Van de mensen op de wachtlijst verbeterde 16%. Remissie (dus niet meer depressief) werd in slechts ⅓ van de gevallen bereikt. Blijkbaar is een depressie hardnekkiger dan je zou verwachten.


Recente blogposts

Alles weergeven
Hechting, Lachen

Al meer dan 50 jaar wordt de kwaliteit van de hechting tussen een kind en een verzorgende vastgesteld in de strange situation procedure...

 
 
 

Comments


bottom of page