top of page
Zoeken

Psychotherapie, concepten, vrije wil, Methylfenidaat en terrorisme

  • Foto van schrijver: Marcel Doornbosch
    Marcel Doornbosch
  • 24 jan 2021
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 17 jun 2021

Het is best moeilijk inzicht te krijgen in wat er precies gebeurd in een psychotherapie. In Journal of Counseling Psychology staat een onderzoek waarin opnames van therapiesessies werden geanalyseerd. De cliënten kregen kortdurende psychodynamische psychotherapie (gemiddeld 37 sessies). Elke sessie vulden ze de Outcome Rating Scale in, om de voortgang van de therapie te meten, en aan het begin en eind van de therapie de Outcome-Questionnaire 45, om het resultaat te meten. Van 58 cliënten werden 729 sessies uitgeschreven. Van de opgenomen sessies werd alles genoteerd: ook stiltes, non verbale uitingen en achtergrondgeluiden. Dit kostte 7 mensen heel veel tijd. Een gemiddelde sessie had 5300 woorden (78% van de cliënt) en 180 gesprekswisselingen. Er werden 3 linguïstische categorieën gecodeerd: eerste persoon enkelvoud (zoals ‘ik’ of ‘ik dacht’) en positieve en negatieve woorden. Uit de analyses bleek dat mensen die veel klachten ervaren vaker de eerste persoon enkelvoud en negatieve woorden gebruiken tijdens een sessie. Ook bleek het gebruik van meer negatieve woorden klachten in de volgende sessie te voorspellen. Dat gold niet voor positieve woorden: ‘bad is stronger than good’. Een afname van het gebruik van de eerste persoon enkelvoud bleek samen te hangen met een positief therapieresultaat. Volgens de auteurs helpt een succesvolle therapie cliënten een redelijker (lager) niveau van zelf-focus te bereiken.


In Journal of Theoretical and Philosophical Psychology staat een lange beschouwing over een probleem in de psychologie, namelijk de aanname dat alle stoornissen een homogeen kader vereisen. Wittgenstein zei dat er in psychologie: “experimentele methoden en conceptuele verwarring zijn”. De auteur van het artikel richt zich op de vraag of persoonlijkheidspathologie categoraal of dimensioneel is. Een categorale benadering betekent dat een individu wel of niet tot een groep behoort en op die manier geclassificeerd kan worden. Dit past goed bij alledaags denken (een stoel is geen peer) maar het nadeel is dat men snel neigt te denken dat alle leden van een groep iets gemeen hebben en anders zijn dan, dus kwalitatief verschillen van bijvoorbeeld normale mensen. Een dimensionele benadering is continue en gaat uit van kwantitatieve verschillen: iemand met een persoonlijkheidsstoornis heeft extreme varianten van normale eigenschappen. Het meer-minder aspect maakt het meetbaar, maar is zeker als het gaat om meerdere dimensies moeilijker te begrijpen. Het meeste empirisch onderzoek wijst in de richting van een dimensionele structuur van persoonlijkheidspathologie, behalve als het gaat om de schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Dus beide kaders blijken nodig. Volgens de auteur zijn deze kaders niet homogeen. Natuurlijke categorieën (zoals ziekten) worden verondersteld één oorzaak te hebben: één (infectie)ziekte heeft één (bacteriële) oorzaak. Dit is volgens de auteur een voorbeeld van essentialisme, ook wel het ziektemodel genoemd. Psychiatrische stoornissen zijn daarentegen heterogeen en kenmerken zich door veel overlap en grensgevallen. Volgens Wittgenstein geldt dat conceptueel gezien ook voor een spel: er zijn veel manieren om een spel te zijn maar er is geen enkele set van eigenschappen waar alle spellen aan voldoen. In de DSM gaat men tegenwoordig niet meer uit van één noodzakelijk kenmerk, maar van een aantal criteria. Het hanteren van grenswaarden past binnen een dimensioneel model. Het afwijzen van het categorale model betekent echter niet vanzelf dat het dimensionale model (met arbitraire afkapwaarden) gesteund moet worden. De beschouwing heeft niet echt een conclusie maar stelt het probleem van rondom concepten aan de kaak.


Sinds psychologen meedoen aan het debat over de vrije wil is het onderzoek naar moraliteit geëxplodeerd. Je zou verwachten dat vrije wil ondersteuning geeft aan moreel gedrag en zo straf rechtvaardigt. Volgens een artikel in Journal of Experimental Psychology: General blijkt uit recent onderzoek een omgekeerde relatie, namelijk dat mensen die blootgesteld worden aan immoreel gedrag een groter geloof in vrije wil rapporteren. In een poging deze resultaten te repliceren werd aan 2006 mensen (via Amazon Mechanical Turk) een nieuwsbericht met immorele of neutrale inhoud voorgelegd. Daarna vulden ze een vragenlijst in over hun geloof in vrije wil. Ook werden er vignetten van ander normafwijkend gedrag gebruikt (naast immoreel bijvoorbeeld vreemd gedrag). Uit de experimenten blijkt niet dat mensen na het lezen over immoreel gedrag een groter geloof in vrije wil hebben. Het is wel zo dat aan iemand die iets slechts doet meer vrije wil wordt toegeschreven dan aan iemand die iets neutraals doet. De rol van straf lijkt hierbij niet van belang. Uit de resultaten blijkt namelijk dat de deelnemers ook meer vrije wil toeschrijven aan mensen die ander normoverschrijdend gedrag vertonen, bijvoorbeeld als iemand iets prijzenswaardigs of vreemds doet. Blijkbaar gaan we ervan uit dat mensen regels volgen en als ze dat niet doen ze daartoe een sterke wens hebben. Overigens hebben de auteurs van het originele onderzoek weer gereageerd met een replicatie van deze replicatie.


In een commentaar in Journal of Clinical Psychopharmacology toont men zich bezorgd over het gebruik van methylfenidaat door gezonde mensen. Uit onderzoek blijkt dat stimulantia cognitieve resultaten kunnen verbeteren. De Duitsers zijn ermee begonnen in de Tweede Wereldoorlog en Amerikaanse soldaten gebruiken nog steeds amfetamine in Afghanistan. In dit geval gaat het om gezonde mensen (bijvoorbeeld studenten die Ritalin kopen van patiënten met ADHD) heeft de dokter geen rol, maar de vereniging van Amerikaanse neurologen vindt dat niet wenselijk. Zij vergelijken het met cosmetische chirurgie, ook een medische ingreep bij gezonde mensen. Bovendien is het verboden Ritalin door te verkopen. Er zitten aan het gebruik voordelen, zoals verhoogde motivatie, maar ook nadelen, waaronder hartklachten. Om beter toezicht te kunnen houden is het volgens mij beter methylfenidaat te gaan voorschrijven aan gezonde mensen.


Terrorisme neemt toe, bijvoorbeeld het ontvoeren van onschuldige mensen en die met de dood bedreigen tot bepaalde eisen ingewilligd worden. De VN en de G7 hebben het officiële standpunt niet op zulke eisen in te gaan maar doen het vaak toch. In Peace and Conflict: Journal of Peace Psychology staat een artikel over de vraag of het op de korte termijn beter is wel te onderhandelen, bijvoorbeeld om het aantal slachtoffers te beperken. De social exchange theory voorspelt dat gijzelnemers op rationele wijze een doel willen bereiken en dat onderhandelen, zelfs als het alleen maar gaat over status, zin heeft. Overheden zien terroristen daarentegen over het algemeen als irrationeel en psychisch gestoord. Uit de International Terrorism: Attributes of Terrorist Events database analyseerden de auteurs gegevens van 283 gijzelingen, waaronder 75 vliegtuigkapingen, tussen 1983 en 2005 (daarna is men gestopt met deze gegevens te verzamelen). Die gegevens kwamen uit het nieuws, van de overheid en uit de wetenschap. 138 Terroristen maakten 281 slachtoffers. Uit de gegevens blijkt dat het aantal slachtoffers minder was als een deel van de eisen werd ingewilligd. Als alle eisen werden ingewilligd vielen er vaker helemaal geen slachtoffers. Concessies van de terroristen zelf speelden bij de onderhandelingen ook een rol. Dat betekent dat enigszins toegeven door bijvoorbeeld de overheid leidt tot een concessie van de terroristen en de kans op een vreedzame overeenkomst toeneemt. Op de lange termijn echter zijn de nadelen van toegeven aan terroristen erg groot maar zelfs de Amerikanen lieten enkele Taliban vrij om een bekend iemand (Bowe Bergdahl) te bevrijden.


Recente blogposts

Alles weergeven
Hechting, Lachen

Al meer dan 50 jaar wordt de kwaliteit van de hechting tussen een kind en een verzorgende vastgesteld in de strange situation procedure...

 
 
 

Comments


bottom of page