Sharenting, rovers, wijze interventie, neuromodulatie
- Marcel Doornbosch
- 15 aug 2021
- 3 minuten om te lezen
Ik had er nog niet van gehoord, maar sharenting betekent dat ouders foto’s van hun kinderen online zetten. Hierdoor heeft 90% van de tweejarigen al een digitale voetafdruk, waar ze zelf natuurlijk geen toestemming voor hebben gegeven. In Computers in Human Behavior staat dat er risico’s verbonden zijn aan het delen van deze informatie: ontvoering, identiteitsfraude en schaamte bij oudere kinderen over hun ‘naakte billen baby foto’s’. Via Turkprime kregen 246 Amerikaanse ouders een video te zien over de gevaren van sharenting. Ook moesten ze van foto’s en berichten op Facebook aangeven of ze die ‘OK om te delen’ vonden. De interventie was een succes: na de video waren ouders minder bereid ongepaste content over hun kinderen online te delen. De video werkte alleen als de ouders er een samenvatting van maakten en er dus erop reflecteerden. Informatie op het internet is overigens eeuwig, ook verwijderde berichten worden bewaard in het archief.
In nature human behavior staat dat door schandalen in de financiële sector mensen het vertrouwen in banken en bedrijven hebben verloren. Maar gedragseconomen beweren juist dat uit hun onderzoeken keer op keer blijkt dat mensen geneigd zijn elkaar te vertrouwen en te helpen. Die onderzoeken hebben de vorm van spellen waarbij mensen geld moeten delen met anderen. In het Dictatorspel bepaalt een persoon hoeveel hij deelt, in het Ultimatumspel mag de ontvanger een aanbod afwijzen en in het Vertrouwenspel krijgt de gever een deel terug. In dit onderzoek (met 640 Duitse studenten, waarbij psychologiestudenten werden uitgesloten) werd daar het Roverspel aan toegevoegd: de ‘rover’ moest aangeven hoeveel hij van zijn slachtoffers zou afnemen. Uit het onderzoek bleek dat bijna iedereen roofzuchtig was; slechts 2% zag af van de optie om geld van anderen te roven. Meer dan de helft roofde het maximale bedrag. Van een morele worsteling was bij hen geen sprake, want zij reageerden ook nog eens het snelst. Tussen economie- en andere studenten was geen verschil. Volgens de onderzoekers is de verklaring voor het amorele gedrag dat in het Roverspel de deelnemer steelt van een groep en dat de andere spellen één op één worden gespeeld. Het egoïstische gedrag manifesteert zich vooral in een groep bij mensen die zich bilateraal best prosociaal gedragen (hoewel de ‘extreme rovers’ ook minder genereus waren in de individuele spellen). De meeste mensen deugen dus niet; ze zijn vanuit eigenbelang bereid veel mensen te schaden.
Voor pubers in Kenia is het niet zo makkelijk psychische hulp te vinden. Per 100.000 mensen is daar 0,184 psychiater te vinden (in Nederland 20) en 0 psychologen (in Nederland 123), volgens de WHO. Bovendien is er sprake van stigmatisering. In JAMA Psychiatry staat een artikel over een ‘wijze interventie’. Dat is een eenvoudige, door leken uitgevoerde, positieve interventie. Aan het onderzoek deden 413 angstige en depressieve Keniaanse jongeren mee. Ze kregen ofwel een studievaardigheden- ofwel een Shamiri-interventie. De Shamiri-groep kreeg modules over groei-mindset, dankbaarheid en waarde-bevestiging. De jongeren in de Shamiri-groep hadden een grotere symptoomreductie dan de studievaardigheden-groep. Onderzoek doen in Kenia is moeilijk. De betrokken scholen stonden het niet toe om vragen te stellen over suïcide. Ook was er sprake van een regeringsverbod op follow-up onderzoek langer dan 2 weken, waardoor bijna de helft niet meedeed aan de nameting 7 maanden later. Over dit onderzoek werd een uitgebreide Editor’s Note gepubliceerd vanwege ethische bezwaren. De reden om het artikel toch te publiceren was het belang voor de Keniaanse situatie en voor de diversiteit van onderzoekssettingen.
Neuromodulatie is hip. En als dat kan zonder iemand open te snijden (non invasief) helemaal. In Psychosomatic Medicine staat een onderzoek naar ‘transcutane cervicale nervus vagus stimulatie’ (tcVNS) bij PTSS. Van 22 getraumatiseerde Amerikanen kreeg de helft tcVNS en de andere helft een schijnbehandeling. Daarvoor had het bedrijf electroCore echte en nep Gammacores (een draagbaar apparaatje dat een elektrische puls afgeeft) beschikbaar gesteld. De deelnemers hoorden hun trauma (gereduceerd tot een verhaaltje van 1 minuut) via een koptelefoon met het apparaatje tegen de linkerkant van hun nek. Tijdens de 5 uur durende sessie werden ook 14 PET-scans gemaakt. Volgens de onderzoekers werkte het. Uit de scans bleek dat er bij de behandelgroep meer activiteit was in de cortex cingularis anterior en de hippocampus, hersengebieden die juist te weinig actief zijn bij trauma. Of de deelnemers er op lange termijn wat aan hadden vermeldt het artikel niet.
Komentarze