Verkrachting, gezondheidsblogs, Facebook, codering, Corona
- Marcel Doornbosch
- 5 jul 2021
- 4 minuten om te lezen
In PNAS staat een artikel over de invloed van sociale media op vijandigheid tussen groepen. In Bosnië en Herzegovina deden 556 mensen mee aan een experiment waarbij aan ongeveer de helft werd gevraagd om 7 dagen lang geen Facebook te gebruiken; in Bosnië en Herzegovina heeft Facebook het grootste (99%) aandeel in sociale media. Er vielen nogal wat mensen uit, waardoor uiteindelijk maar 159 mensen hun profiel deactiveerden. De onderzoeksgroep bestond uit Bosniaks (moslims), Serven en Kroaten en de onderzoeksperiode was tijdens de Srebrenica-herdenking. De deelnemers deden na 7 dagen een nieuwskwis, waaruit bleek dat Facebook-deactivatie hun nieuwskennis verminderde. De deelnemers zonder Facebook voelden zich wel beter, bijvoorbeeld minder angstig. De verrassendste, want onverwachte, uitkomst was dat mensen zonder Facebook een negatievere houding hadden ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. Het was niet zo dat Facebook zelf tijdens de herdenking verbroedering tussen de bevolkingsgroepen benadrukte, integendeel. De verklaring van de onderzoekers is dat mensen tijdens de herdenking meer ervaringen deelden met hun vrienden en familie, een ‘offline echokamer’. Het zou dus kunnen zijn dat sociale media mensen in homogene gemeenschappen in contact brengen met anderen, buiten hun groep. Uit een analyse van de namen van de vrienden van de deelnemers bleek inderdaad dat het negatieve effect van Facebook-deactivatie groter was bij mensen met een heterogener online netwerk. Best positief nieuws over Facebook dus!
Laatst las ik dat 11% van de Nederlandse vrouwelijke studenten tijdens haar studie wordt verkracht. In Psychology of Violence staat een onderzoek naar (niet veroordeelde) daders van seksuele agressie. Daar zijn verschillende vragenlijsten over. De Sexual Experiences Survey en Sexual Strategies Scale bevatten vragen over seksuele activiteiten, omstandigheden (bijvoorbeeld alcoholgebruik) en tactieken (bijvoorbeeld ongenoegen laten blijken, kritiek uiten of dreigen), zonder deze als strafbaar te labelen. Via MTurk vulden 938 Amerikaanse mannen deze en andere vragenlijsten in. Van hen gaf 10-14% (afhankelijk van welke vragenlijst werd gebruikt) toe dat ze ooit een vrouw hadden verkracht. Het aantal seksueel agressieve daden hing samen met kenmerken als vijandigheid tegen vrouwen, negatieve heteroseksuele overtuigingen, acceptatie van verkrachtingsmythes, druk van vrienden en alcoholgebruik. Vragenlijsten die begonnen met tactieken gaven een hogere prevalentie van seksuele agressie. Ook de wijze waarop ‘toestemming’ werd verwoord op de vragenlijst deed er toe: ‘zonder haar toestemming’ werd waarschijnlijk minder goed begrepen dan ‘nadat ze zei dat ze niet wilde’. Een oplossing biedt het onderzoek niet, wel meer inzicht in de dader.
In Social Theory & Health staat een artikel over gezondheidsbloggers: vrouwen die foto’s en feiten delen over eten en bewegen. Volgens de auteur wordt een gezond (dun) lichaam tegenwoordig als een ‘superwaarde’ gezien; een manier om morele waarde via gezondheid te uiten. Voor het onderzoek werden 459 post van 6 gezondheidsblogs (zoals Eat, Live, Run) geanalyseerd volgens de methode van kritische discours-analyse. De theorie van Foucault over ‘biomacht’ en ‘biopedagogiek’ was daarbij leidend. Volgens Foucault worden mensen gestimuleerd tot zelfregulatie en leren ze hoe ze hun lichaam moeten onderhouden. Uit de analyse komen 3 thema’s naar voren. De eerste is ‘waarheid’: de bloggers zijn allemaal dun omdat ze zijn afgevallen. De meeste posts gaan over eten en geven instructies over hoe de lezers gewicht kunnen verliezen. Een ander thema is ‘subjectificatie’. Gezond eten gaat de bloggers zo gemakkelijk af dat het instinctief lijkt. Ze vertellen hoe het volstaat om naar hun lichaam te luisteren om ‘de taco’s te laten staan’. Maar ze schrijven ook vaak over hoe ze ongezond snacken. Het derde thema is ‘macht’. Door hun vele miljoenen volgers hebben de bloggers veel invloed; ze zijn blogsperts. Vaak uiten ze zich kritisch over medische professionals. Volgens de auteur ondersteunen de gezondheidsblogs het idee dat een vrouwelijk lichaam altijd ontwikkeld moet worden en dat het ideaal ‘dun’ is. De manier om dat te bereiken is vooral via een geïnternaliseerde zelfcontrole. Ik kreeg een beetje een naar beeld van deze bloggers: negatief over dikke mensen en extreem gericht op zichzelf via continue reflectie.
Door coderingssystemen proberen psychologen kortstondige fenomenen te kwantificeren. Coderingen zijn in zichzelf al hypotheses en beperken wat onderzocht kan worden. In Journal of Family Psychology staat een artikel over het Rapid Marital Interaction Coding System, een manier om gedrag tussen partners te onderzoeken. De auteurs analyseerden data van 14 onderzoeken met 2011 stellen die een discussie-taak kregen. Van die discussies (over geld of huishouden) werden 10 minuten gecodeerd, bijvoorbeeld de uitspraak ‘jij luistert nooit naar mij’ kreeg als code ‘vijandig’. Er zijn 11 codes. Uit het onderzoek bleek dat de helft van de codes nauwelijks gebruikt werd. De codes kunnen volgens de onderzoekers beter worden samengevoegd in 2 categorieën: ‘positief’ en ‘negatief’. Alleen voor hele specifieke onderzoeksvragen zijn de afzonderlijke codes nodig. Omdat het maanden kost een coderingssysteem te leren, en het er niet naar uitziet dat dat op korte termijn geautomatiseerd kan worden, pleiten de auteurs voor versimpeling.
In Journal of General Internal Medicine staat dat de verkoop van PDE-5 remmers (zoals Viagra) met 67% gestegen tijdens de Corona-crisis. Hieruit blijkt dat de seksuele activiteit van Amerikaanse mannen steeg tijdens de lockdown. De gebruikers van deze middelen (mannen met erectiestoornissen) zijn vaak wat ouder en hebben meestal geen thuiswonende kinderen meer. De meest verkochte pil (tadalafil 5 mg) is een dosering die het volgens de onderzoekers makkelijk maakt om ‘spontaan en flexibel seks te hebben in een pandemie-setting’. Klinkt wervend!
Comments