Verzwijgen, geheugentherapie, Google, kookprogramma’s, walging
- Marcel Doornbosch
- 19 apr 2021
- 3 minuten om te lezen
Experimenteel psychologen zijn vaak heel creatief. In Experimental Psychology staat een artikel over een Duits onderzoek naar verzwijgen. Informatie weglaten is cognitief gezien makkelijker dan liegen (iets verzinnen) en de dader voelt zich er vaak ook minder schuldig over. Voor het slachtoffer is het overigens even erg. De 31 deelnemers aan het experiment moesten verzwijgen dat ze waren vreemdgegaan (niet echt, maar alsof). Ze werden gevraagd zich voor te stellen dat ze een relatie hadden, een weekendje weg gingen naar Hamburg met een vriendin en vreemdgingen in Berlijn. In een fictief chatgesprek met hun partner moesten ze details over Berlijn (in een Trabant rijden, Curryworst eten en de Bondsdag bezoeken) verzwijgen. Daarna kregen ze nog een Go/No-Go taak waarbij ze heel snel (binnen een seconde) moesten reageren op een juiste combinatie van vragen (wat heb je gegeten) en antwoorden (vis). Uit het onderzoek bleek dat als een proefpersoon iets verzweeg het later makkelijker bleek die informatie opnieuw weg te laten. Dat duidt erop dat het verzwijgen zélf in het geheugen wordt opgeslagen. Volgens de auteurs kan de neiging om een antwoord te onderdrukken ook gemeten worden. Dat is handig bij leugendetectie.
In Portugal deden 251 ouderen met neurocognitieve stoornissen, zoals Alzheimer, mee aan geheugen-therapie. De auteurs van een onderzoek in International Journal of Geriatric Psychiatry beschrijven hoe de deelnemers (gemiddeld bijna 83 jaar) tijdens sessies van 50 minuten herinneringen ophaalden. Ze gebruikten daarvoor het ‘Boek van Heden en Verleden’. Daarin staan plaatjes van vervoer, apparaten, huizen, media, beroepen, kleding, acteurs, politici en de streek. De deelnemers werden aan de hand van de afbeeldingen aangemoedigd zoveel mogelijk ervaringen te delen. Ervoor en erna vulden ze allerlei vragenlijsten in. Uit het onderzoek bleek dat het geheugen van de oudjes verbeterde. Een hele vriendelijke en effectieve interventie!
Als hulpverlener word je gegoogled door je cliënten (iemand vertrouwde mij eens toe dat ze het een prettig idee vond dat ik veel gereisd had, dat stond op Linkedin). In Journal of Clinical Psychology staat een onderzoek naar het omgekeerde: therapeuten die hun cliënten opzoeken op internet. Er werden 28 therapeuten geïnterviewd volgens de grounded theory methodologie. Dat is een methode waarbij de hypotheses achteraf uit de data ontstaan. De meeste therapeuten bleken informatie over hun cliënten op internet te hebben gezocht en dat niet met hun cliënten te hebben gedeeld. Daarover gaven ze toe dat dat niet hoort en dat het tot verwarring leidt als die informatie niet in de sessie gedeeld wordt. Sommige therapeuten voelden zich daar schuldig over. Ze vonden het een onprettig idee zelf gevonden te worden door hun cliënten, bijvoorbeeld op datingsites. Volgens de auteurs heeft ‘zelfonthulling’ tegenwoordig een nieuwe betekenis gekregen. Niet alleen cliënten maar ook therapeuten zoeken online hun cliënten op zonder toestemming te vragen. In dit onderzoek waren dat vooral psychodynamisch georiënteerde therapeuten, maar de auteurs vermoeden dat gedragstherapeuten nóg minder barrières ervaren.
Veel mensen kijken kookprogramma’s maar de daarin getoonde maaltijden zijn niet zo gezond. In Physiology & Behavior staat een artikel over een Nederlands experiment waarbij deelnemers (80% vrouwen) naar een fragment keken van een TV show met of zonder eten. Ze vulden ook vragenlijsten in over diëten en hoe succesvol ze daarin waren. Vervolgens kregen ze een gecomputeriseerde voedsel-keuzetaak waarbij ze snel moesten kiezen tussen ongezond eten (bonbons) of gezond eten (kersen). Er werden helaas geen verbanden gevonden tussen kookprogramma’s kijken, ongezonde voedselkeuzes en onsuccesvol diëten. Mensen die aangaven weinig succes te hebben met diëten maakten wel ongezondere keuzes, maar dat lijkt me vanzelfsprekend.
De meeste psychologen praten graag over emoties, maar beperken zich tot bang, boos, blij en bedroefd. Er is weinig aandacht voor de meest lichamelijke emotie: walging (‘bah’). Fysieke walging wordt opgewekt door bedorven eten, insecten of poep. Er bestaat ook morele walging in reactie op racisme, hypocrisie, verraad en ontrouw. Dat zijn abstractere categorieën dan bij lichamelijke walging. In Emotion staat een artikel over een Israëlisch online onderzoek naar categorieën van walging. De deelnemers (MTurk workers en studenten) keken naar weerzinwekkende plaatjes, van zowel fysieke dingen (kakkerlakken, tumoren, overgeven) als morele dingen (pedofilie, Bill Cosby, dierenmishandeling en een vrouw die haar billen afveegt met de Amerikaanse vlag). Ook lazen ze scenario's die afkeer oproepen, zoals iemand die naar urine stinkt in de bus of iemand die geld steelt van zijn buurman (zie het overzicht voor afschuwelijke voorbeelden). Uit het onderzoek bleek dat fysieke walging meer samenhangt met een concrete weergave en dat morele walging meer samenhangt met een abstracte weergave. De deelnemers vonden zwart-wit foto’s minder aversief dan kleur, maar dat gold vooral bij fysieke walging. Het onderzoek heeft ook praktische toepassingen; rokers afschrikken werkt bijvoorbeeld beter met kleurenfoto's.
Comentarios