wachten, monoraciale normativiteit, psychotherapie, badmeesters, wanen
- Marcel Doornbosch
- 30 aug 2021
- 4 minuten om te lezen
Niemand houdt van wachten. Amerikaanse en Chinese onderzoekers beschrijven in Journal of Experimental Psychology: Applied een aantal experimenten met wachtende mensen. Via MTurk kregen 777 Amerikanen vragen over wachten op een tafel in een restaurant en wachten op de lancering van een nieuwe Volvo. In China moesten 129 mensen in een bibliotheek wachten op het downloaden van een spel. In een toeristisch gebied beantwoordden 169 Chinese toeristen vragen over wachten op het uitchecken in hun hotel. Uit het onderzoek bleek dat de framing van de vraag doorslaggevend was: āWILT u wachten?ā werd opgevat als een beperking van de vrijheid en āKUNT u wachten?ā als een manier om wilskracht te tonen. Mensen die zich machtig voelen, bijvoorbeeld toeristen die in een 5-sterren hotel verbleven, bleken daar gevoeliger voor dan mensen die zich minder machtig voelen. In Nederland hoor je vaak āu MAG daar even wachtenā, alsof wachten een privilege is.
In Amerika is veel aandacht voor ras en discriminatie. In Journal of Diversity in Higher Education staat een artikel over micro-agressie tegen mixed-race studenten. Universiteiten zijn verplicht gegevens te publiceren over de wijze waarop studenten zichzelf identificeren, inclusief de optie ā2 of meer rassenā. De onderzoekers bekeken websites van universiteiten volgens de Critical Discourse Studies methode. Naast de gebruikte bronnen gaan zij in het artikel ook uitgebreid in op hun eigen āpositioneringā (een van de auteurs identificeert zich als Zwart, Indiaas en Wit). Ze bekeken 270 screenshots van websites van universiteiten. Minder dan de helft (48%) van de instituten bleek de verplichte data over multi-racialiteit weer te geven. Eenderde had de categorie āgewistā. Het gebruik van een grote categorie zoals AHANA (African American, Hispanic, Asian and Native American) werd ook als āwissenā van gemengde studenten gezien. Ook werden multiraciale studenten aan een andere monoraciale categorie toegewezen. Dat noemen de auteurs hypodescent: iemand met bijvoorbeeld 2 afkomsten toewijzen aan de groep met een minderheidsstatus. Daarnaast werden multiraciale studenten dubbel geteld. Op alle universiteiten zijn studenten met een gemengde afkomst, maar zij worden heel slecht gerepresenteerd in de cijfers. Daarom spreken de auteurs van monoraciale normativiteit. In Nederland is het verboden zulke gegevens te verzamelen, op de website van de EUR staat alleen een categorie āStudenten met niet-Nederlands paspoortā.
Voor psychotherapeuten is een seksuele of andere relatie aangaan met een cliĆ«nt onethisch gedrag. De vraag van een onderzoek in Psychological Medicine was of ander intiem en informeel gedrag (zoals roos van de schouder vegen bij een cliĆ«nt) onschuldig is. In BelgiĆ« vulden 786 therapeuten een vragenlijst in met vragen zoals āis het acceptabel om een romantische relatie aan te gaan met een cliĆ«nt, 2 jaar na het einde van de therapieā of āis het acceptabel om Facebookvrienden te wordenā. De meeste therapeuten bleken nogal streng: flirten of hulp bij een klusje thuis aanvaarden vonden ze onacceptabel. Maar 1 op 10 vond het wel kunnen om door te gaan met de therapie als de therapeut verliefd is op de cliĆ«nt of om iemand te helpen die ze al persoonlijk kennen. Er werd zelfs een hele ānogal seksueel permissieveā groep gevonden die fantaseerde over hun cliĆ«nten. Dit bleken vooral niet-heteroseksuele mannen te zijn. Een ānogal sociaal permissieveā groep, die het OK vind om bijvoorbeeld een cliĆ«nt een lift te geven, bestond merendeels uit vrouwen. Het onderzoek was anoniem dus ik hou ook mijn mond.
Ook in Journal of Experimental Psychology: Applied een onderzoek naar badmeesters. Die moeten snel een zwemmer in nood kunnen herkennen (binnen 10 seconden) en redden van verdrinking (binnen 20 seconden). Dat is moeilijk in een zeer dynamische omgeving, zoals een zwembad vol met kinderen (kijk zelf maar: https://www.youtube.com/channel/UCnERyC7dwJwTvEyzYz6uxHw). Engelse badmeesters (en een controlegroep van ongetrainde burgers) bekeken echte opnames van zwemmers in nood en moesten zo snel mogelijk het slachtoffer aanwijzen. Met een eye-tracker werd gevolgd waar ze naar keken. De badmeesters waren veel beter (meer en sneller) in de detectie van zwemmers in nood dan de ongetrainde burgers. Het is niet duidelijk hoe ze dat voor elkaar kregen want uit de oogbewegingen kwam geen significant verschil, al leken de badmeesters iets langer de blik op het slachtoffer te houden. Het leek me wel een chill beroep, maar nu niet meer!
WaanideeĆ«n worden meestal gezien als onjuiste gedachten. Er is echter weinig bewijs voor de theorie dat wanen een soort denkfouten zijn. In Lancet Psychiatry staat een fenomenologisch onderzoek naar een andere verklaring, namelijk dat het gaat om een andere ervaring van de werkelijkheid. In BelgiĆ« werden 18 mensen met de diagnose schizofrenie, die een psychose hadden gehad, geĆÆnterviewd volgens de methode van interpretatieve fenomenologische analyse. Bij de analyse van de gegevens was ook een filosoof betrokken die zelf een psychose had gehad. Uit de analyse kwamen 5 themaās naar voren. Ten eerste ontologische transformatie, een totaalervaring die moeilijk in taal was te vatten. Ten tweede een hypo-realiteit, waardoor alles onzeker werd en men zich losmaakte van het dagelijks leven. Van de geĆÆnterviewden bleek ā ook hyper-reĆ«le ervaringen te hebben, die juist een verhoogde betekenis hebben. Daarnaast kan er sprake zijn van complexiteit, zoals een dubbele ervaring. Daarover zei een van de respondenten:
Ik herkende mijn echtgenoot als mijn echtgenoot, maar ik vertrouwde niet wat ik zag, ik zat in een dubbele wereld, ik zag een verhoogde realiteit en een realiteit die overeenkwam met die van anderen. (Julia)
Voor sommige deelnemers had de ervaring een levensveranderende impact, wat het moeilijk maakte om een therapie te vinden die aansloot bij hun ervaringen. Volgens de auteurs is het van belang om in therapie aansluiting te zoeken bij die ervaring. Er zijn ingewikkelde theorieĆ«n over subjectieve ervaring zoals āvoorspellende coderingā waarover de auteurs niet veel meer zeggen dan dat ze veelbelovend lijken.
Opmerkingen