Werk, film, gender, homoseksualiteit, narcisme en protest
- Marcel Doornbosch
- 13 dec 2020
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 jan 2021
In de Journal of Counseling Psychology staat een artikel over zinvol en ‘waardig’ werk. Waardig werk is betaald werk, met een ziektekostenverzekering, pauzes, veiligheid en waarden die overeenstemmen met die van gezin en gemeenschap. De auteurs van Decent and Meaningful Work: A Longitudinal Study (1) deden een onderzoek via Mechanical Turk. Ze vroegen 1096 deelnemers vragenlijsten in te vullen en herhaalden dit na 3, 6 en 9 maanden. 265 deelnemers deden 4 keer mee (24,79%). De gebruikte instrumenten waren de Decent Work Scale (bijvoorbeeld: ‘ik voel me veilig als ik met mensen op mijn werk praat’), de Work as Meaning Inventory (bijvoorbeeld:’ik begrijp hoe mijn werk iets toevoegt aan betekenis in mijn leven’) en de Latent and Manifest Benefits of Employment Scale (bijvoorbeeld: ‘ik breng veel tijd met anderen door’). Volgens de onderzoekers is er een verband tussen waardig werk, betekenisvol werk en sociale verbondenheid. Deelnemers die wat betreft de aspecten van waardig werk een positieve verandering meemaken, vinden hun werk betekenisvoller en hebben ook meer het idee dat ze anderen helpen.
In Psychology of Popular Media Culture staat een artikel over een populair filmgenre: de romantische komedie. De auteurs van Does Love Conquer All? An Experiment Testing the Association Between Types of Romantic Comedy Content and Reports of Romantic Beliefs and Life Satisfaction (2) beschrijven een onderzoek met 358 studenten. De deelnemers keken een film en vulden vragenlijsten in. De bekeken film was een ideal romantische komedie (Hitch, waarin het stel samen eindigt) of een challenge romantische komedie (The Break-Up, waarin het stel niet samen eindigt). Een deel keek een controle film (John Q, niet romantisch maar wel met een happy end). Ze vulden de Romantic Beliefs Scale in (bijvoorbeeld: ‘ik geloof dat als ik en een ander van elkaar houden we alle verschillen en problemen kunnen oplossen’) en ook de Satisfaction With Life Scale (bijvoorbeeld: ‘over het algemeen is mijn leven bijna perfect’). Na een romantische komedie met een happy end hebben kijkers sterkere romantische overtuigingen dan na een romantische film zonder happy end. De tevredenheid met het leven is ook groter na het kijken van een romantische film waarin het stel samen eindigt. Deze effecten gelden vooral voor mannen en voor mensen in een relatie.
‘Genderqueer’ is een paraplubegrip voor allerlei identiteiten die niet door de termen ‘man’ en ‘vrouw’ worden gedekt. In Psychology of Sexual Orientation and Gender Diversity staat een artikel over 3 generaties seksuele minderheden. Dat zijn: ‘Pride’ (52-59 jaar oud), ‘Visibility’ (34-41 jaar) en ‘Equality’ (18-25). De auteurs van Narratives of Gender, Sexuality, and Community in Three Generations of Genderqueer Sexual Minorities (3) interviewden 30 mensen. De interviews duurden 2,5 tot 3 uur. De negen interviewers werden geïnstrueerd een naïeve benadering te hanteren en reflecteerden ook op de interview-ervaring. In het artikel worden de identiteiten van de interviewers en ook van de onderzoekers uitgebreid beschreven. De interviews werden verwerkt met inductieve thematische analyse, waarbij de onderzoekers streefden naar consensus over de interpretatie van de gegevens. Uit de analyse komen 3 thema’s naar voren. Het eerste thema is Onbegrijpelijkheid: het is moeilijk het over je gender te hebben door beperkingen in taal (“Toen ik in 1984 uit de kast kwam identificeerde ik me heel sterk als lesbisch en pot, maar ik zie mezelf niet als vrouw,” aldus Blake, 55, Pride cohort, genderqueer/vrouwelijk, queer, Wit). Het tweede thema is Stigma: de deelnemers ondervinden veel discriminatie en geweld (“Ik presenteer mezelf als cisgender man voor veiligheidsredenen. Ik woon in een ruige buurt. Ik zou me graag gender-expressief willen kleden maar ik moet realistisch zijn. Er worden trans-mensen vermoord”, aldus Matt, 24, Equality cohort, genderqueer, queer, Amerikaans Indiaans/Latinx). Het derde thema is Verbinding buiten de LGBTQ-gemeenschap, bijvoorbeeld met etnische gemeenschappen of seksuele sub-gemeenschappen (“Isolatie was het belangrijkst, ik kon niet mijn identiteit als Native American en mijn identiteit als homo hebben”, aldus Rob, 36, Visibility cohort, mannelijk, Two-spirit, Amerikaans-Indiaans). De oudere deelnemers hebben meer moeite met het beschrijven van hun identiteit en met het vinden van aansluiting bij een gemeenschap.
In The Journal of Nervous and Mental Disease staat een retraction: Observations on Homosexuality Among University Students: Retraction (4). De redacteur schrijft dat in het artikel uit 1951 achterhaalde ideeën en praktijken met betrekking tot homoseksualiteit (zoals conversietherapie) worden beschreven en dat in het tijdschrift vroeger vaker ideeën werden gepubliceerd die nu als weerzinwekkend worden gezien.

In de Journal of Personality Disorders staat een artikel over de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Patiënten met narcisme presenteren zich op grandioze of juist kwetsbare wijze. De auteurs van Processes Of Change In Psychotherapy For Narcissistic Personality Disorder (5) beschrijven een onderzoek met 161 patiënten (63,4% mannen) die ‘verhelderende psychotherapie’ kregen (gemiddeld 63 sessies). Sessies 15, 20 en 25 werden geobserveerd en gescoord volgens de Bearbeitungs-, Inhalts-, Beziehungsskalen. Daarin staan vragen over de patiënt (bijvoorbeeld hoe hij werkt aan emoties) en de therapeut (bijvoorbeeld hoe zij omgaat met vermijding). Ook werden de Beck Depression Inventory, de Brief Symptom Inventory en de Inventory of Interpersonal Problems ingevuld om de resultaten van de therapie te meten. Volgens de onderzoekers vinden er in sessies 15, 20 en 25 significante verbeteringen plaats bij de patiënt en ook bij de therapeut. De belangrijkste verbeteringen bij de patiënt zijn inhoud centraal stellen, kwaliteit van de relatie en verminderen van vermijding. De therapeut kan op haar beurt door acceptatie, respect, warmte, authenticiteit en congruentie de symptomen bij de patiënt verminderen. De verbeteringen bij de patiënt hangen samen met de resultaten van de therapie (behalve op het gebied van depressieve symptomen) en de verbeteringen bij de therapeut hangen slechts deels samen met de resultaten van de therapie. Bovendien heeft een proces-directieve aanpak een positief effect op de symptomen. Verhelderende psychotherapie is effectief bij patiënten met een narcistische persoonlijkheidsstoornis en patiënten en therapeuten beïnvloeden elkaar tijdens de therapie, ook wel ontvankelijkheid genoemd.
In de Journal of Personality and Social Psychology: Interpersonal Relations and Group Processes staat een artikel over activisme. Activisme is belangrijk voor sociale verandering. De auteurs van The Activist’s Dilemma: Extreme Protest Actions Reduce Popular Support for Social Movements (6) deden 6 experimenten over extreme (schadelijke of verstorende) acties. In het eerste onderzoek lazen 309 deelnemers (via Mechanical Turk) over acties van dierenrechtenactivisten die actie voerden op een gematigde manier (demonstreren), een extreme manier (dieren bevrijden) of een zeer extreme manier (de beveiliger verdoven, het gebouw vernielen en de dieren bevrijden). Daarna gaven ze hun steun voor de beweging aan. In het tweede onderzoek lazen 390 deelnemers een artikel over Black Lives Matter en werd in de extreme protest-conditie de letterlijke tekst die de actievoerders tegen de politie riepen (“Pigs in a blanket, fry ’em like bacon,”) toegevoegd. In het derde onderzoek keken 325 mensen naar een video over een protest tegen Trump waarbij de actievoerders in de extreme conditie gevaar op de weg veroorzaakten. In onderzoek 4 kregen 660 deelnemers hetzelfde verhaal als in onderzoek 1 te lezen, met aanvullende vragen over schadelijk en storend gedrag van de actievoerders. Bovendien moesten de deelnemers aangeven of ze het gedrag immoreel vonden. In onderzoek 5 lazen 660 deelnemers een artikel over een anti-abortus protest. En in studie 6 vulden 1102 deelnemers de System Justification Scale in (bijvoorbeeld: ‘Over het algemeen functioneert het Amerikaanse politieke systeem zoals het moet’) en lazen ze een beschrijving van een wapenwet protest. Naast de extremiteit van het gedrag van de actievoerders werd ook hun ideologie gevarieerd. Sommige actievoerders waren voor een verbod op halfautomatische wapens en anderen ertegen. Uit de 6 onderzoeken blijkt consistent dat extreme protestacties leiden tot minder steun voor sociale bewegingen. Dat geldt voor diverse vormen van protest (opruiende taal, verkeersblokkades en vandalisme) en voor zowel progressieve (tegen Trump) als conservatieve (tegen abortus) acties. Vooral een lagere identificatie leidt tot minder steun, zelfs bij sympathisanten. Individuele verschillen zoals politieke voorkeur, ras of vertrouwen in het systeem doen er niet toe. Omdat extreme acties wel effectief kunnen zijn voelen actievoerders het dilemma zelf niet.
Verwijzingen
Comments